3.1 Imperium Romanum

Het Romeinse Rijk


1. Van stadstaat tot wereldrijk
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Het Romeinse Rijk


1. Van stadstaat tot wereldrijk

Slide 1 - Diapositive

Lesopzet
Opening
Introductie H3
Opdrachten maken
Welkom bij de Romeinen
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

3.1 Het Romeinse Rijk 

Slide 3 - Diapositive

Het oudste Rome
  1. - Gunstige ligging, oversteekplaats over de rivier de Tiber.
  2. - Er komen veel wegen samen, handelswegen.
  3. - Rome handeld in zout wat in die tijd erg kostbaar was.

Slide 4 - Diapositive

Rome als wereldmacht
In de 4e en 3e eeuw voor Chr. breidden de Romeinen hun macht steeds verder uit over Italië.

Daarna gingen ze het Carthaagse rijk ( punische oorlog) en het Griekse rijk veroveren.

In 2 eeuwen was er spraken van een Imperium Romanum: een Romeins Rijk.
Steeds meer arme burgers wilde rijk worden door oorlog voeren en de oorlogsbuit

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Uitbreiding van het rijk & het ontstaan van het Imperium Romanum 

Slide 7 - Diapositive

Julius Caesar de legeraanvoerder
Hij kreeg de gelegenheid om grote gebieden te veroveren (omdat legeraanvoerders niet meer elk jaar vervangen werden).
Tussen 58 en 50 v. Chr. veroverde hij heel Gallië.
Hij liet zijn soldaten flink meegenieten van de oorlogsbuit ( daardoor waren ze trouw)
Veni, vidi, vici

Slide 8 - Diapositive

3.2 koningstijd, republiek, keizertijd

Slide 9 - Diapositive

Rome wordt een republiek
In de 8e eeuw voor Christus ontstond Rome aan de oevers van de Tiber. Rome groeide snel uit tot een stad van 30.000 mensen. Rome werd bestuurd door een koning. De eerste koning was Romulus en de laatste koning was Tarquinius Superbus.

Slide 10 - Diapositive

Superbus
Tijdens zijn bewind werden de mensen die zijn schoonvader steunde vermoord, alle rijkdom werd ingepikt en de armen waren bijna niet anders dan slaven.

Slide 11 - Diapositive

Rome wordt een republiek


Superbus wordt afgezet en Rome wordt een republiek: een staat zonder koning. Vanaf 509 v. Chr. bestuurde de senaat en twee consuls Rome.
 Dit zijn mensen uit rijke families.

Slide 12 - Diapositive

Republiek
  • elk jaar kozen de Romeinen twee personen als hoogste machthebbers: de consuls
  • voor andere bestuursfuncties worden ook elk jaar een even aantal mensen voor gekozen (eerlijke verdeling van de macht)
  • na hun ambtstermijn komen deze bestuurders in de senaat: adviesraad van 600 rijke en machtige Romeinen. In de republiek bepaalde de senaat de Romeinse politiek

Slide 13 - Diapositive

Patriciërs en plebejers
  • adellijke families hebben de macht in Rome, patriciërs.
  • plebejers ( alle burgers die geen patriciër zijn) mogen stemmen maar hun stemmen tellen minder dan die van de patriciërs.
  •  vanaf de vierde eeuw v. Chr. is er nauwelijks verschil in rijkdom tussen patriciërs en plebejers.
  • gelijkheid, minstens 1 consul moet plebejer zijn.
  • volkstribunen (10) beschermer van de plebejers, kunnen met vetorecht beslissingen tegenhouden.

Slide 14 - Diapositive

Hoe is Julius Caesar aan de macht gekomen?

  • Julius Caesar was generaal en populair bij zijn soldaten​
  • Senaat had steeds minder macht​
  • Veel burgeroorlogen: generalen vochten tegen elkaar​
  • In 45 v. Chr. versloeg Caesar alle andere generaals en werd dictator: alleenheerser​
  • Senatoren hadden geen macht, maar wilden weer een republiek en vermoorden Caesar

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Keizerrijk
  • een heerser, de keizer
  • Rome zal meer dan 500 jaar een keizerrijk zijn
  • Ongeveer 80 keizers hebben dan geregeerd.

Slide 18 - Diapositive

Keizertijd
  • Na strijd tussen moordenaars en aanhangers van Caesar kreeg Octavianus de macht en herstelde het Senaat. Later noemde ze hem Augustus (de verhevene).
  • Senaat geeft advies, dat vaak wordt opgevolgd door de keizer.
  • Consul en volkstribuun blijven bestaan maar keizer had de macht mét vetorecht
  • Keizer benoemde  zelf mensen om provincies te besturen, voor financiën en rechtspraak en om legers te leiden.

- keizer vaak vereerd als een god.

- Het volk vond een keizer hebben eigenlijk wel prima, het gaf rust in het rijk!

Slide 19 - Diapositive

Maken in je werkboek: 

Slide 20 - Diapositive