les 14

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

Nakijken

Terugblik

Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 13

Pluspunten en Kluspunten

Les 6 opdracht 1 t/m 10

Terugblik

Vul aan: een zelfstandig naamwoord is de naam van een: ... , ..., of .....

De, het en 'een' noemen we: ......

Wat is het verkleinwoord van: 'het nieuws'

Het is een robuuste tas: hij gaat niet snel kapot!
Wat betekent 'robuust'?

1. Gemaakt van rubber
2. Dure
3. Goedkope
4. Krachtige en stevige

Het is een traditioneel Indonesisch gerecht. Zijn oma maakt het lekker klaar! Wat betekent 'traditioneel'?

1. Erg lekker
2. Volgens een receptenboek
3. Volgens oude gewoonten
4. Erg pittig

Zelf aan de slag

Wat?	Maak les 13 vraag opdracht 1 t/m 7, 9, 11 en 12
Hoe?	Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?	huiswerk afmaken of leren voor een ander vak
Tijd?	30 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Nakijken 

Terugblik 

Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Afsluiting

Huiswerk en planning

Nakijken...

Les 13 

opdracht 1 t/m 7, 9, 11 en 12

Terugblik

Zelfstandige naamwoorden:
noem 3 zelfstandige naamwoorden

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Zelfstandig naamwoord = ...

1. rode - groene - prachtige
2. telefoon - dierenarts - roos - Nieuw - Vennep
3. jij - hij - zij - jullie - hun
4. in - op - voor - achter - aan

zelfstandig naamwoord?

1. Jan
2. in
3. de
4. mooie

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?

1. olifant
2. schoen
3. onder
4. worst

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. werken
2. achter
3. rennen
4. gemeente

Wat is het zelfstandig naamwoord?

1. stoffig
2. vol
3. zolder

Wat is GEEN zelfstandig naamwoord?

1. Calvin
2. huis
3. praat
4. oplader

Doel

LES 14 

Lesdoel
Ik leer wat bijvoeglijke naamwoorden zijn en hoe ik ze schrijf.

Bijvoeglijke naamwoorden

Andere voorbeelden

Belangrijk

Vergeet niet de -n bij stoffen en materialen!

Terugblik

Theorie

Zelf aan de slag!

Huiswerk

Pluspunten en Kluspunten

LES 14 

Lesdoel
Ik leer wat bijvoeglijke naamwoorden zijn en hoe ik ze schrijf.

Bijvoeglijke naamwoorden

Startopdracht

Een bijvoeglijk naamwoord...

1. Geeft extra informatie over een werkwoord
2. Hoort altijd bij een werkwoord
3. Kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan
4. Vertelt wat een zelfstandig naamwoord doet of overkomt

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?

1. groene
2. sterke
3. man
4. boze

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?
Shampoo voor glanzende haren.

1. Shampoo
2. voor
3. glanzende
4. haren

Vul de goede vorm in van het woord 'dood':
Op straat is het lichaam van een (dood) man gevonden

Vul de goede vorm in van het woord 'hout':

Meng het beslag met een (hout) lepel

Zelf aan de slag

Wat?	Les 14 maak vraag 1 t/m 10 op blz. 32 en 33
Hoe?	Lees de uitleg op blz. 32.
Klaar?	Stillezen
Tijd?	30 minuten
Dan:	Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Mooie
2. Vliegen
3. Het
4. Op

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. museum
2. gesprek
3. beroemde
4. jongen

Vul de juiste vorm in van katoen:

'In de zomer draag ik graag (katoen) kleding.

Huiswerk + plannen

Schrijf je huiswerk in je Agenda

Blz 33: vraag 6 t/m 10. 

Pluspunten & kluspunten?

Voor jezelf
Voor de klas
Voor de docent