p3 - lesweek 5

Willkommen bei Deutsch!
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Willkommen bei Deutsch!

Slide 1 - Diapositive

Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
  • Vokabeln
  • Eigenschaften
  • Poster
die zweite Unterrichtsstunde
  • Formatieve Toets C+E
  • Poster
die dritte Unterrichtsstunde
  • Oefentoets
  • Kapitel 6

Slide 2 - Diapositive

Aanpak woordjes leren - talen
Per slide een aantal tips hoe je het beste woordjes/zinnen kunt leren voor de talen. 

Studiebegeleiding

Slide 3 - Diapositive

Stap 1
Opschrijven/uitspreken

- Schrijf de woorden/zinnen op in je schrift.
- Beluister de uitspraak van de woorden via de methodewebsite/slim stampen etc.

Slide 4 - Diapositive

Stap 2
Leren
Leer de woorden/zinnen beide kanten op. 
Bijvoorbeeld bij Duits > D-NL en dan NL-D

Verwerk de leerstof actief en lees het niet alleen een paar keer door. De volgende slides bevat een aantal manieren om de leerstof actief te verwerken. >>>

Slide 5 - Diapositive

Voorbeelden actief verwerken
- flashcards/flitskaarten maken (papier/digitaal via quizlet).
- woordenweb maken.
- schrijf een verhaal met de nieuwe woorden/zinnen.
- woorden/zinnen opschrijven en de moeilijke woorden/letters een andere kleur geven. 
- oefenen met Quizlet.
-oefenen met wrts.

Slide 6 - Diapositive

Stap 3
Overhoren
Als je denkt de nieuwe woorden/zinnen te kennen, ga jezelf dan overhoren. 
Dat kan op verschillende manieren:
- op papier/papieren flitskaarten.
- digitaal via slim stampen/quizlet.


Slide 7 - Diapositive

Stap 4
Herhalen herhalen herhalen
Blijf woorden/zinnen die je eerder hebt geleerd herhalen in de weken daarna. 
Je dient een nieuw woord/zin meer dan één keer te leren om het te kunnen onthouden.

Herhaal bv elke dag bv 5 woorden/zinnen van een taal.

Slide 8 - Diapositive

Extra tips
- Deel de leerstof op in kleine stukken, bijvoorbeeld 10 woorden/zinnen per dag. 
- Verdeel de leerstof over de dagen en gebruik de laatste dag voor een toets om alles te herhalen.
- Wissel leren af met maakwerk.
- Verbind de woorden/zinnen zoveel mogelijk met iets wat je al kent.

Slide 9 - Diapositive

Start met leren
Leer na elke les, dat kost je de minste moeite.
Houd wat je geleerd hebt bij, herhalen kun je in 5 minuten per week.
Ga vooral aan de slag: START met leren.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Eigenschaften
Um einen Beruf gut machen zu können, braucht man meistens verschiedene Eigenschaften und Fähigkeiten (vaardigheden). Einen Chirurgen, der kein Blut sehen kann und keine ruhige Hand hat, gibt es (hoffentlich!) nicht. Welche Eigenschaften, Fähigkeiten und Wörter gehören zu den Berufen?

Slide 13 - Diapositive

Poster
Du willst dich für deinen Traumjob bewerben. Ein normales Bewerbungsschreiben findest du nicht gut genug, du willst auffallen. In Aufgabe 13 hast du dazu ein Video über dich selbst gemacht. Jetzt machst du auch noch ein Poster (A4 Format) mit deinen Daten (Name, Adresse usw.) und deinen Qualitäten und Fähigkeiten (Nenne mindestens vier). Beschreibe dich selbst, deinen Traumjob und warum du der Richtige für diesen Job bist (Motivation). Achte auf die Fälle und benutze die Schritt-für-Schritt-Anleitung*.
timer
15:00

Slide 14 - Diapositive

Poster abgeben
(Maak een foto en lever hem hier in)

Slide 15 - Question ouverte


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Hausaufgaben:
Nächstes Mal:
  • Formatieve toets C+E Kapitel 5
--> digital
--> R/O/G


Slide 17 - Diapositive

Willkommen bei Deutsch!

Slide 18 - Diapositive

Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
  • Vokabeln
  • Eigenschaften
  • Poster
die zweite Unterrichtsstunde
  • Formatieve Toets C+E
  • Poster
die dritte Unterrichtsstunde
  • Oefentoets
  • Kapitel 6

Slide 19 - Diapositive

Formatieve Toets

Je hebt 10 minuten de tijd om de formatieve toets te maken.

> Ga naar LessonUp.
> De toets wordt voor de klas klaargezet.
> Klik erop.
> Wacht tot de docent de toets start.

timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Wie war die Prüfung?

110

Slide 21 - Sondage

Wat moet je doen om jezelf te verbeteren voor Duits?

Slide 22 - Question ouverte

Poster
Du willst dich für deinen Traumjob bewerben. Ein normales Bewerbungsschreiben findest du nicht gut genug, du willst auffallen. In Aufgabe 13 hast du dazu ein Video über dich selbst gemacht. Jetzt machst du auch noch ein Poster (A4 Format) mit deinen Daten (Name, Adresse usw.) und deinen Qualitäten und Fähigkeiten (Nenne mindestens vier). Beschreibe dich selbst, deinen Traumjob und warum du der Richtige für diesen Job bist (Motivation). Achte auf die Fälle und benutze die Schritt-für-Schritt-Anleitung*.
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Poster abgeben
(Maak een foto en lever hem hier in)

Slide 24 - Question ouverte

Hausaufgaben:
Nächste Woche:
  • Formatieve toets Wörterliste A+B+D+F
  • Plauderecke H

Hausaufgaben:
Lerne für die Prüfung

Slide 25 - Diapositive

Willkommen bei Deutsch!

Slide 26 - Diapositive

Die Planung
die erste Unterrichtsstunde
  • Vokabeln
  • Eigenschaften
  • Poster
die zweite Unterrichtsstunde
  • Formatieve Toets C+E
  • Poster
  • Cijfers formatieve luistertoets
die dritte Unterrichtsstunde
  • Oefentiets Kapitel 5
  • Kapitel 6

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

timer
10:00

Slide 31 - Diapositive

Reisen und Verkehr

Slide 32 - Carte mentale

das Museum
das Taxi
der Koffer
der Stadtplan
der Stau
das Schiff
der Bus

Slide 33 - Question de remorquage

Vertaal naar het Nederlands:

die Autobahn
A
de auto
B
de afrit
C
de snelweg
D
de file

Slide 34 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:

das Fahrrad
A
de tram
B
de fiets
C
de taxi
D
de bromfiets

Slide 35 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:

parken
A
rijden
B
praten
C
stoppen
D
parkeren

Slide 36 - Quiz

Vertaal naar het Duits:

het vliegtuig
A
das Gepäck
B
der Flughafen
C
das Flugzeug
D
das Gate

Slide 37 - Quiz

Vertaal naar het Duits:

de rondvaart
A
die Rundreise
B
der Reiseführer
C
das Reiseziel
D
die Rundfahrt

Slide 38 - Quiz

Vertaal naar het Duits:

afslaan
A
abbiegen
B
geradeaus
C
überqueren
D
umsteigen

Slide 39 - Quiz

Was soll der 1. Absatz deutlich
machen?

A
Oscar hat auf seinem Trip rundum die Erde schon viel erlebt.
B
Oscar hasst das Reisen per Auto.
C
Oscar muss wegen Joannes Arbeit regelmäßig umziehen.
D
Oscar nimmt an einem großen Wettrennen um den Globus teil.

Slide 40 - Quiz

Welche Aussage stimmt mit dem 2. Absatz überein?

A
Wenn Oscar sich nicht wohl fühlt, bricht Joanne die Reise ab.
B
Oscar hat eine Vorliebe für warme Länder.
C
Das Reisen hat Auswirkungen auf Oscars Gesundheit.
D
Oscar ist immer wieder neugierig auf die neuen Orte.

Slide 41 - Quiz

Was wird über Hundefutter-Hersteller Pedigree deutlich?
(Absatz 4)

A
Pedigree versucht seinen Umsatz zu steigern.
B
Pedigree hat Oscar ohne Zustimmung auf Verpackungen abgebildet.
C
Pedigree spendet Futter an Hunde ohne Zuhause.

Slide 42 - Quiz

„Und das wollte ich der ganzen Welt zeigen.“ (alinea 3)
- Wat wordt er in deze zin met “das” bedoeld?

Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

Slide 43 - Question ouverte

Welche Aussage zum Verfasser dieses Textes ist korrekt?

A
Er ist neutral.
B
Er ist begeistert.
C
Er ist kritisch.

Slide 44 - Quiz

De volgende alinea is uit de tekst weggelaten:
Trotzdem ist sie sicher: „Oscar liebt das Reisen. Und solange wir
zusammen sind, ist er überall auf der Welt glücklich.“ Nur der Ritt auf dem
Rücken eines Kamels war Oscar nicht so ganz geheuer: „Das schwankte
wohl etwas zu stark.“

- Op welke plek in de tekst hoort deze alinea thuis?

Slide 45 - Question ouverte

Hausaufgaben:
Nächste Woche:
  • Formatieve toets Wörterliste A+B+D+F
  • Plauderecke H

Hausaufgaben:
Lerne für die Prüfung + Paragraaf A K6

Slide 46 - Diapositive