Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Thema 2 Voortplanting: Hormonale regeling
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt het doel van hormonen beschrijven
Je kunt uitleggen hoe hormonen door het lichaam worden vervoerd
Je kunt beschrijven hoe geslachtelijke voortplanting bij de vrouw hormonaal geregeld is
Slide 2 - Diapositive
hormoonklier
bloed
doelwitorgaan
een orgaan dat een hormoon produceert en secreteert. Hormoon=signaalstof.
een hormoon wordt ALTIJD afgegeven aan het bloed. Via het bloed wordt het hormoon vervoerd.
het doelwitorgaan is opgebouwd uit cellen die specifiek reageren op het hormoon. Dit hormoon beïnvloedt zo de werking van dit orgaan.
Slide 3 - Diapositive
hypothalamus
hypofyse
ovaria
testes
De hypothalamus is onderdeel van de hersenen en stuurt alle andere organen aan.
mbv een hormoon zet de hypothalamus de hypofyse aan
tot het aanmaken van hormonen
Deze hormonen sturen de geslachtsorganen aan en ook die maken weer hormonen.
De hormonen uit de geslachtsorganen zorgen voor secundaire geslachtskenmerken en gametogenese
De ontstane hormonen geven feedback aan de hypothalamus.
Slide 4 - Diapositive
Hormonale regeling bij de man
GnRH
Gonadotropin releasing hormone
hormoonklier: hypothalamus
doelwitorgaan: hypofyse
hypothalamus
hypofyse
testes
GnRH
FSH
LH
FSH
Follikel stimulerend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: cellen van Sertoli
Cellen van Sertoli
- stimuleren spermatogenese
Cellen van Leydig
Testosteron
LH
Luteiniserend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: cellen van Leydig
Testosteron
hormoonklier: teelbal (c.v. Leydig)
- stimuleren sec. gesl. kenmerken
- stimuleren spiergroei
- stimuleren libido
- negatieve terugkoppeling
Testosteron
Slide 5 - Diapositive
Hormonale regeling bij de vrouw
GnRH
Gonadotropin releasing hormone
hormoonklier: hypothalamus
doelwitorgaan: hypofyse
hypothalamus
hypofyse
ovaria
GnRH
FSH
LH
FSH
Follikel stimulerend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: ovaria
- rijp en groei follikel/eicel
ovulatie
ontwikkeling geel lichaam
oestrogeen
LH
Luteiniserend hormoon
hormoonklier: hypofyse
doelwitorgaan: cellen: ovaria
oestrogeen
aangroeien baarmoederslijmvlies
ontwikkeling sec. geslachtskenm
progesteron
verkliering baarmoederslijmvlies
oestradiol
progesteron
progesteron
Slide 6 - Diapositive
Waar vindt dit proces plaats?
A
eileider
B
ovarium (eierstok)
C
testis
D
baarmoeder
Slide 7 - Quiz
Opdracht 20 + 21
manvrouw
Slide 8 - Diapositive
Menstruatiecyclus
BINAS 86C
Gemiddeld 28 dagen
dag 1 = eerste dag van menstruatie
dag 14 = ovulatie (verschilt per vrouw)
dag 5 - 14: folliculaire fase
onder invloed van FSH rijpt follikel en eicel
oestrogeen wordt afgegeven: stimuleert verklieren en diktegroei baarmoederslijmvlies
dag 14 - 28: luteale fase
onder invloed van LH-piek vindt ovulatieplaats
restant follikel --> geel lichaam (door LH)
baarmoederslijmvlies nog dikker door progesteron
dag 1 - 4: menstruatie
geel lichaam vervalt: geen progesteron productie meer
baarmoederslijmvlies wordt afgestoten
Slide 9 - Diapositive
In de afbeelding is een menstruatiecyclus weergegeven die 28 dagen duurt. De letters M, N, O en P geven bepaalde fasen in deze cyclus aan. Verder is de groei van het baarmoederslijmvlies weergegeven.
In welke van de fasen M, N, O en P is het in deze cyclus het geel lichaam aanwezig?
A
Fase M
B
Fase N
C
Fasen M en N
D
Fasen M, N, O en P
Slide 10 - Quiz
menstruatie
ovulatie
progesteron
oestrogeen
gele lichaam
eierstok
follikel
Slide 11 - Question de remorquage
Rijpen nieuwe eicel
Eisprong
Eicel sterft
Rijpen nieuwe eicel
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies wordt dikker
Menstruatie
Slide 12 - Question de remorquage
In het diagram is de totale concentratie van de hormonen FSH + LH per etmaal in de urine van een vrouw weergegeven.
Er zijn drie perioden: P, Q, R en S. Tijdens welke periode is de concentratie oestradiol in het bloed het hoogst?
A
Periode P
B
Periode Q
C
Periode R
D
Periode S
Slide 13 - Quiz
Bij vrouwen treden veranderingen op van de lichaamstemperatuur in verband met de menstruatiecyclus. Bij de ovulatie stijgt de lichaamstemperatuur licht. Hiernaast is de lichaamstemperatuur van een vrouw van 10 april tot 10 mei weergegeven.
Op welke dag in april of mei begon haar menstruatie?
A
23 april
B
8 mei
C
15 april
D
17 april
Slide 14 - Quiz
Als een stel niet zwanger kan worden, kunnen eicellen die buiten het lichaam zijn bevrucht ingebracht worden in de baarmoeder en zal zich innestelen in het baarmoederslijmvlies.
Welk hormoon zorgt er vervolgens voor dat het ingenestelde embryo niet met het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten?