Verhoudingen Koken

Verhoudingen bij het koken
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen bij het koken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Activeren van de voorkennis
  • Je weet wat verhoudingen zijn.
  • Je kan verhoudingstabellen maken.
  • Je kan rekenen met verhoudingen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kook of bak wel eens thuis.
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weet je welke en hoeveel ingrediënten je moet gebruiken?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft koken met rekenen te maken?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen
Je komt verhoudingen  ook veel tegen bij het koken, in recepten

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.

Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoorbeeld
Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Slide 7 - Diapositive

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.
Een verhoudingstabel is een bijzondere tabel.

De bovenkant van de tabel heeft steeds te maken met de onderkant van de tabel. 

De bovenkant van de tabel x6 
dan ook !!!
de onderkant van de tabel x6

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel boter heb je nodig voor 9 cupcakes?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb 10 eieren. Hoeveel cupcakes kan ik maken?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Metriek stelsel

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijp je het?
A
Ik vind dit nog moeilijk
B
Ik vind dit nog een beetje moeilijk
C
Ik snap dit bijna
D
Ik snap dit

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions