Tekstbegrip - Vlogger

Tekstbegrip - Vlogger
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tekstbegrip - Vlogger

Slide 1 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
aanprijzen van dure merkproducten
B
bewust negeren van reclameregels
C
geld voor voedselfabrikanten
D
reclame voor ongezonde voedsel

Slide 2 - Quiz

Welke manier wordt in alinea 1 gebruikt om de tekst in te leiden?
En welke in alinea 2?

Slide 3 - Question ouverte

Welk kopje geeft het beste de inhoud weer van alinea 3 en alinea 4 samen?
A
Reclameadviesbureau Youngworks
B
Reclameregels voor ongezonde producten
C
Verschijnen van het rapport 'Voedingsreclame'
D
Vlog voor kinderen op Youtube

Slide 4 - Quiz

Citeer een zin uit alinea 3 of 4 waarin de reden hiervoor wordt gegeven.

Slide 5 - Question ouverte

Waarom mag er geen reclame voor ongezond voedsel gemaakt worden voor kinderen jonger dan 12 jaar volgens alinea 4?

Slide 6 - Question ouverte

Welke zin uit alinea 6 of 7 geeft eigenlijk hetzelfde weer?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is één van de problemen bij het gebruik van 'hashtage #sp'?
A
Wordt niet door iedereen begrepen
B
Wordt nooit door vloggers gebruikt
C
Amusement en reclame is te veel verstrengeld
D
Vloggers kennen de gemaakte afspraken niet

Slide 8 - Quiz

Citeer het zinsgedeelte uit alinea 8 die aangeeft hoe dit kan.

Slide 9 - Question ouverte

Moet Milan Knol rekening houden met de afgesproken regels over reclame voor ongezond voedsel? Argument uit alinea 4 gebruiken!

Slide 10 - Question ouverte

Van welk tekstverband is er sprake in deze zin?
A
conclusie
B
opsomming
C
tegenstelling
D
verklaring

Slide 11 - Quiz

Citeer uit alinea 9 een zin waaruit blijkt dat de interviewers enigszins kritisch staan tegenover de werkwijze van Jamin.

Slide 12 - Question ouverte

Geen een voorbeeld uit alinea 10 waaruit blijkt dat Enzo Knol zich toch niet zoveel aantrekt van die invloed.

Slide 13 - Question ouverte

Met welk doel is deze tekst vooral geschreven?
A
aansporen
B
informeren
C
enthousiasmeren
D
waarschuwen

Slide 14 - Quiz