Maatschappijleer 4.1 t/m 4.3

Maatschappijleer 4 Politiek
4.1 t/m 4.3
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Maatschappijleer 4 Politiek
4.1 t/m 4.3

Slide 1 - Diapositive

De overheid bestaat uit...
A
Ambtenaren en ministers
B
Ambtenaren en staatssecretarissen
C
Ambtenaren en 2e Kamerleden
D
Ambtenaren en politici

Slide 2 - Quiz

Voor een actieve overheid...
A
Links
B
Rechts

Slide 3 - Quiz

Rechtse partijen zijn voor...
A
vrijheid
B
gelijkwaardigheid
C
solidariteit
D
naastenliefde

Slide 4 - Quiz

Rechtse partijen zijn voor een...
A
... actieve overheid
B
... passieve overheid

Slide 5 - Quiz

Liberalisme staat voor...
A
... persoonlijke vrijheid
B
... christelijke geloof
C
... gelijkwaardigheid
D
... economische vrijheid

Slide 6 - Quiz

Populisme is altijd rechts...
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Het liberalisme is:
A
Links
B
Midden
C
Rechts

Slide 8 - Quiz

Welke uitspraak past bij Populisme?
A
Het Christendom hoort bij Nederland
B
Nederland moet uit de EU
C
Je hebt een eigen verantwoordelijkheid
D
Nederland moet migranten helpen

Slide 9 - Quiz

Welk begrip hoort niet bij populisme?
A
nationalisme
B
stem van het volk
C
eigen initiatief
D
anti-immigratie

Slide 10 - Quiz

Liberalisme...
A
Opkomen voor de zwakkeren.
B
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis.
C
Voor elkaar zorgen en elkaar helpen
D
Gelijkheid is belangrijk.

Slide 11 - Quiz

Een referendum is een voorbeeld van een:
A
directe democratie
B
indirecte democratie

Slide 12 - Quiz

Nederland is een...
A
directe democratie
B
indirecte democratie

Slide 13 - Quiz

Actief kiesrecht is...
A
Het recht om te mogen stemmen
B
Het recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 14 - Quiz

Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid

Slide 15 - Quiz

Mensen die weinig geld verdienen moeten minder last hebben van bezuinigingen.
A
Liberaal
B
Sociaal-democratisch
C
Christen-democratisch

Slide 16 - Quiz

Een rechtse partij zou liever:
A
bezuinigen
B
belastingen verhogen

Slide 17 - Quiz

solidariteit is een belangrijke waarde voor
A
sociaal-democraten
B
christen-democraten
C
liberalen

Slide 18 - Quiz

Christen-democratie past economisch gezien het beste bij
A
links
B
rechts
C
midden

Slide 19 - Quiz

Hoeveel zetels heeft het parlement?
A
125
B
150
C
200
D
225

Slide 20 - Quiz

Welke uitspraken over de Eerste Kamer zijn juist?
1. De Eerste Kamer mag wetsvoorstellen veranderen.
2. De Eerste Kamer stemt als eerste over een wet.
3. De leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen.
4. Er zijn 75 Eerste Kamerleden.

A
1 en 2
B
1 en 4
C
2 en 3
D
3 en 4

Slide 21 - Quiz

Links of rechts?
Studeren moet weer gratis worden, zo krijgt iedereen gelijke kansen
A
Links
B
Rechts

Slide 22 - Quiz

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer
A
150
B
100
C
75
D
225

Slide 23 - Quiz

Wat betekent 'recht van amendement'?
A
Het recht om te stemmen
B
Het recht om gekozen te worden
C
Het recht op motie
D
Het recht om wetsvoorstellen te wijzigen

Slide 24 - Quiz

Linkse partijen

Wat links partijen belangrijk vinden: 
  • - Een actieve overheid (veel doen). 
  • - Opkomen voor kwetsbare mensen. 
  • - Eerlijke verdeling van inkomen.
  • - Gelijke kansen voor iedereen. 
  • - Aandacht voor milieu

Slide 25 - Diapositive

Middenpartijen (centrum)
Sommige partijen zijn niet duidelijk in te delen bij links of rechts. Ze hebben zowel linkse als rechtse standpunten.

Slide 26 - Diapositive

Rechtse partijen

Wat rechtse partijen belangrijk vinden:
- Meer vrijheid voor burgers.
- Een passieve overheid.
- Lage belastingen.
- Eigen verantwoordelijkheid.
- Veiligheid bevorderen (bijvoorbeeld door
 zwaardere straffen).

Slide 27 - Diapositive

Uitleg politiek spectrum: links, rechts en midden
Links
Midden
Rechts
Actieve overheid
Actief/passief
Passieve overheid
Gelijkheid -> geen inkomsten ongelijkheid
Tussenin
Burgers zijn verantwoordelijk voor zichzelf
Zorgen voor kwetsbare mensen
Samenleving zorgt voor elkaar, maar ook de overheid
Overheid helpt alleen als het nodig is - vrijheid

Slide 28 - Diapositive