thema wonen hoofdstuk 2 spelling en grammatica

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

WELKOM!

Nederlands

Blok 3

Vrijdag 12 april 2024

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten!

Lesoverzicht

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie

- hebben we respect voor elkaar

- doe je actief mee

- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Wat gaan we doen?

- Terugblik woorden van het thema wonen

- Voorkennis

- Instructie voorzetsels

- Aan de slag

- Afsluiting

Terugblik

Woorden van het thema

'Ik heb ...wie heeft...'

Voorkennis

Schrijf zoveel mogelijk 

woorden op die je voor 

'de kast'

kan zetten.

Doel van deze les

Ik weet

Wat een voorzetsel is.

Ik kan

De juiste voorzetsels in een zin plaatsen.

Instructie

- Een voorzetsel is een kort woord.

- Een voorzetsel geeft meestal een plaats aan.

- Je kan het woord voor de kast of de vakantie zetten

Woorden die leerlingen nog niet kennen zoeken we klassikaal op.

Op het bord laat ik een plaatje zien van het woord.

Leerlingen maken een zin met het woord.

Maken

Werkboek 116 en 117

Herhaling

lidwoorden

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

voorzetsel

werkwoord

In het weekend ga ik achter de nieuwe Playstation zitten om een potje GTA te spelen. 

Maken:

Werkboek 118 en 119

Klaar? 

Werk verder aan thema wonen op studiemeter.

Afsluiting

- Hoe ging het werken bij jou?

- Lukte het om alle opdrachten af te krijgen?