Unit 5.5 Ireland 4 June (23/24)

Thema deze week: Tevredenheid
 Wat betekent het eigenlijk als je ‘tevreden’ bent? 


“toestand waarin je niet meer verlangt dan wat er is”
Filmpje: jongeren over tevredenheid

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema deze week: Tevredenheid
 Wat betekent het eigenlijk als je ‘tevreden’ bent? 


“toestand waarin je niet meer verlangt dan wat er is”
Filmpje: jongeren over tevredenheid

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Unit 5

Ireland
a lesson about 
'the green isle'

Slide 3 - Diapositive

Homework 

Study: words + expressions + grammar

Slide 4 - Diapositive

Today:

  • Welcome

  • Grammar: review GOAL: students test their knowledge

TASK: do the assignments in this lessonup, up to slide 21. (slide 22 is for another class:)
Questions? pleas ask me.

Slide 5 - Diapositive

What do you remember?
  • Wat is het werkwoord (verb) in de volgende zin?
  • My holiday started two weeks ago.
  • In welke tijd (tense) is het werkwoord vervoegd?
  • My holiday started two weeks ago. (past simple)

Slide 6 - Diapositive

What do you remember from the past?
Vervoeg het werkwoord tussen haakjes op de juiste manier:
  • I ..... (enjoy) the Christmas holiday of 2022 very much.
  • I enjoyed the Christmas holiday very much.

Slide 7 - Diapositive

What do you remember from the past?
Staan hier  regelmatige of onregelmatige werkwoorden in de zin?

  • The weather was nice yesterday.
  •  I  went to a shopping mall on Wednesday last week.

  • The weather was nice yesterday.
  •  I went to a shopping mall on Wednesday last week.

Slide 8 - Diapositive

Lesson goals
Students:
  • practise & test their knowledge on the past simple.




Slide 9 - Diapositive

How simple can the past be? 
Making 
the Past Simple
Show what you know!

Slide 10 - Diapositive


Hij opende (open) zijn mond tien minuten geleden.
timer
0:20

Slide 11 - Question ouverte


Ik sprak (talk) gisteren met John.
timer
0:20

Slide 12 - Question ouverte


Zij reisde (travel) naar Amsterdam vorige week.
timer
0:20

Slide 13 - Question ouverte


Zij woonden (live) vorig jaar in
Zwolle. 
timer
0:20

Slide 14 - Question ouverte


Wij probeerden (try) hem te helpen.
timer
0:20

Slide 15 - Question ouverte


Mijn zus studeerde  (study) in Leiden twee jaar geleden.
timer
0:20

Slide 16 - Question ouverte

I know how to use the past simple!
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage


Ik speelde (play)een computer
game met mijn vrienden vanmorgen.
timer
0:20

Slide 18 - Question ouverte


Zij verfde (paint) haar vingernagels
rood vorige week.
timer
0:20

Slide 19 - Question ouverte


De agent (= police officer)
stopte (stop) de auto gisteravond.
timer
0:20

Slide 20 - Question ouverte


Ik plande (plan)mijn vakantie
(= holiday) gisteren.
timer
0:20

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Lien

I know how to use the past simple!
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage