H5.2 personeel en productie

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

programma 
nakijken 1 t/m 10 h5.2 
herhalen theorie 
huiswerk 5.3 opdracht 1 t/m 13 

Slide 2 - Diapositive

Kosten van personeel
Werknemer vs werkgever
Loon



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Volks- vs werknemersverzekeringen

  • AOW
  • Anw
-----------------------------------------------------------------------
  • WW
  • WIA

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld
Piet (40) werkt bij een supermarkt.
Hij verdient daar een brutoloon. Hij kan dat nog niet in de zak steken.
Van bruto naar netto houdt de werkgever een aantal dingen in:
- loonbelasting
- pensioenpremie
- premie volksverzekering & werknemersverzekering

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

                                     WIG
                                                                      Verschil loonkosten werkgever
                                                                                   en nettoloon werknemer

Slide 9 - Diapositive

Nakijken 
en als je klaar bent... 

lees paragraaf 3

Slide 10 - Diapositive

Maak een foto van het nagekeken werk!!!!

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Waar bestaat de loonheffing uit?
A
Nettoloon en loonbelasting
B
Loonbelasting en sociale premies werkgever
C
Sociale premies werkgever en sociale premies werknemer
D
Loonbelasting en sociale premies werknemer

Slide 13 - Quiz

Hoe reken je het brutoloon uit?
A
Nettoloon plus loonbelasting
B
Nettoloon plus sociale premies werkgever
C
Loonkosten - Nettoloon
D
Loonkosten - sociale premies werkgever

Slide 14 - Quiz

Nettoloon =
A
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
B
brutoloon - loonbelasting
C
brutoloon - sociale premies
D
brutoloon

Slide 15 - Quiz

Van je brutoloon worden je verzekeringspremies betaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Brutoloon -..............-.................= Nettoloon
A
Loonheffing Premies werknemer
B
Loonheffing Premies werkgever
C
Wig Loonbelasting
D
Wig Premies

Slide 17 - Quiz

Bereken het nettoloon:
Brutoloon: € 3.000,-
Loonheffing: € 875,-
sociale premies werknemer: € 150,-
A
€ 3.950,-
B
€ 2.200,-
C
€ 2.050,-
D
€ 1.975,-

Slide 18 - Quiz

Wat moet de werknemer van zijn brutoloon betalen?
A
BTW
B
Premie sociale zekerheid
C
Loon belasting
D
Loonheffing en premie sociale zekerheid werknemer

Slide 19 - Quiz

De AOW is een volksverzekering. Wie heeft hier recht op?
A
Kinderen
B
Mensen met de pensioengerechtigde leeftijd
C
Ouders
D
Alle inwoners van Nederland

Slide 20 - Quiz

Is de WW een werknemers of volksverzekering?
A
werknemersverzekering
B
volksverzekering

Slide 21 - Quiz

Arbeidsproductiviteit

De hoeveelheid productie die per tijdseenheid wordt geproduceerd door één arbeider.

Hoe verhoog je de arbeidsproductiviteit?
  • Mechanisering
  • Automatisering
  • Scholing & betere arbeidsverdeling

Slide 22 - Diapositive