Oefentoets Tussen productie en verkoop

Tussen productie en verkoop
OEFENTOETS!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Tussen productie en verkoopMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tussen productie en verkoop
OEFENTOETS!

Slide 1 - Diapositive

Instructie
Deze oefentoets bevat vragen over hoofdstuk 2 en 3.

Probeer de oefentoets zo goed mogelijk te maken! Gebruik dan dit keer ook JUIST wel je boek bij het maken van de toets!

Snap je een vraag niet of weet je het antwoord niet? Ga op zoek naar de antwoorden in de theorie. 

De vragen staan op volgorde van hoofdstukken en lessen. 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een boerderijwinkel?
A
Een winkel die eruitziet als een boerderij
B
Een winkel op de boerderij
C
Een gewone winkel (supermarkt) in de buurt van een boerderij
D
Een boerderij

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar?
Natuurproducten zijn vaak beperkt houdbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Waarop staat alle informatie over een product (Voedsel)?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een producent?
A
De persoon die agrarische producten levert
B
De persoon die agrarische producten koopt
C
De persoon die agrarische producten verkoopt

Slide 6 - Quiz

Waar of niet waar?
Twee agrarische producten zien er altijd hetzelfde uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Een bedrijf dat koopt van de vorige schakel noemen we een:
A
Aannemer
B
Afnemer
C
Verkoper
D
Consument

Slide 8 - Quiz

Ontwikkelingsfase
Uiterlijk
Grootte
Periode waarin een product op z'n best is. Rijp/vers.
Vorm en kleur
Producten moeten niet te groot of te klein zijn.

Slide 9 - Question de remorquage

Detailhandel
Overige verkoopkanalen
Winkelketen
Boerderijwinkels
Marktverkopers
Webwinkels
Groothandel
Fabrikanten
Veiling

Slide 10 - Question de remorquage

Welke stelling is NIET juist?
A
Met exporteren gaan producten van Nederland naar het buitenland
B
Met importeren komen producten van het buitenland naar Nederland
C
Wij importeren producten die niet in Nederland te kweken zijn
D
Wij importeren producten die in Nederland gekweekt worden

Slide 11 - Quiz

Klasse extra
Klasse 1
Klasse 2
Klasse 3

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is een Voorraadbeheersysteem?
A
Een papieren voorraadkaart waarop je kan bijhouden hoeveel producten er zijn
B
Een computersysteem dat bijhoudt hoeveel producten er worden ingekocht en verkocht

Slide 13 - Quiz

Producten die makkelijk beschadigen noemen we:
A
Moeilijk
B
Teer
C
Kwetsbaar
D
Beurs

Slide 14 - Quiz

Een winkel die grote producten als banken verkoopt, bewaart zijn voorraden in een:

Slide 15 - Question ouverte

Als een klant een bestelling plaatst, noemen we dat een:
A
Besteller
B
Bestelopdracht
C
Pickorder
D
Pakbon

Slide 16 - Quiz

De tijd tussen de bestelling en het afleveren noemen we de:

Slide 17 - Question ouverte

Kies de twee juiste. Na de bestelling spreek je twee dingen met de klant af:
A
Bezorgdatum + tijd
B
Vervoerskosten
C
Bezorgkosten
D
Vervoersmiddel

Slide 18 - Quiz

Hoe noemen we de bevestiging die de klant krijgt na het plaatsen van een bestelling?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe noemen we een bestelopdracht die bij een groothandel binnenkomt ook wel?

Slide 20 - Question ouverte

Wat wordt er bedoeld met "orderregels" op het orderformulier?
A
De regels die gemaakt zijn omtrent de bezorging
B
Alle producten die de klant besteld heeft
C
Afspraken over de bezorging
D
De productnummers

Slide 21 - Quiz

Van een bestelopdracht wordt een "Picklijst" gemaakt. Wat is dit?
A
Een ander woord voor pakbon
B
Een lijst met de gestolen goederen
C
Lijst met alle producten van de order

Slide 22 - Quiz

Leg uit wat een "Laaddock" is

Slide 23 - Question ouverte

Welke drie documenten horen er bij een te verzenden bestelling?

Slide 24 - Question ouverte