,

onderdeel 4: bezittelijk voornaamwoord

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Mariam
Sarah
Tim 
Lucius
Jesse
Nena
Ella
Ruben
Luuk Z
Emma
Tara
Sanne M
Mayla
Sanne L
Roos
Malan
Melle
Jitte
Joel
Yari
Roan
Luuk B
Lucca
Mels
Melati
Amber
Pieter
Tygo
Docent

Slide 3 - Diapositive

la tâche de début
Grammatica: l'adjectif possessif - bezittelijk voornaamwoord

Overleg in tweetallen. 









Traduisez et faites ce qu'il est écrit.
Aujourd'hui nous allons faire un lessonup sur l'adjectif possessif.
Prenez donc votre livre de grammaire et chromebook. Log in sur lessonup avec votre propre nom.
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début 
  • Lessonup: onderdeel 4 (bezittelijk voornaamwoord)
  • Au travail

Slide 5 - Diapositive

Pak je grammatica-boekje & laptop en log in op lessonup (met je eigen naam)

Slide 6 - Diapositive

Lessonup inhoud:
Herhaling:
  • Bezittelijk voornaamwoord

Prenez votre chromebook & log in sur lessonup avec ton propre nom.

Slide 7 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Bijvoorbeeld: MIJN boek, JOUW zusje, ZIJN jas, HUN auto

Slide 8 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Diapositive

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 11 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie

Slide 12 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 13 - Quiz

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 14 - Question de remorquage

Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (hun)

Slide 15 - Question ouverte

Het bezittelijk voornaamwoord:
... piscine (ons)

Slide 16 - Question ouverte

Bezittelijk vnw
MON
MA
MES
mère
père
devoirs
livres
soeur
mère
livre
chien

Slide 17 - Question de remorquage

Au travail !
Wat?
Maak de opgaven - onderdeel 4 op pagina 11 & 12
Met wie en hoe?
je mag in tweetallen overleggen/ samenwerken
Tip:
Kijk op pagina 10
Tijd?

Klaar? 
- Extra oefeningen op classroom 
timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

  1. Quelle est la poinure de _______baskets (jouw)
  2. Je ne sais pas où est _______sac à dos (mijn)
  3. Il faut mettre _______chapeau (uw)
  4. Est-ce que tu as vu _________chien? (onze)
  5. _______copine a 25 ans (zijn)
  6. _______parents sont partis en vacances (hun)
  7. On a volé ______vélo (jouw)
  8. _______amis sont allés à la plage (onze)
  9. L'armoire (v) blanche c'est _______(haar) armoire.
  10. Je vais chercher _____documents (jullie)
E




Onderdeel 4: 
Zet het bezittelijk voornaamwoord in de juiste vorm.
Klassikaal nakijken

Slide 19 - Diapositive