5H 9.6 DNA technieken

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht
A

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DNA
Oriëntatie
9.1 DNA
9.2 DNA-replicatie
9.3 Eiwitsynthese
9.4 Genexpressie
9.5 Mutaties
9.6 DNA-technieken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 9.6
  • Je kunt uitleggen hoe DNA-analyse werkt en de toepassingen daarvan beschrijven.
  • Je kunt verschillende DNA-technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sequencen
  • DNA-analyse methode --> genoom in kaart brengen

  • Bepalen van de volgorde van de nucleotiden

PCR (polymerase chain reaction) --> stukje DNA in een machine kopiëren. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DNA-analyse
Onderzoek:
  • Verwantschap
  • Risico ontwikkeling op/mogelijk voorkomen van bepaalde geestelijke/lichamelijke ziektes
  • DNA-profiel misdrijven

Slide 8 - Diapositive

Omdat DNA muteert met een 'constante' snelheid kan gekeken worden naar verwantschap.--> hoe meer verschil, hoe langer geleden. 

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Klassieke biotechnologie 
Gebruik van traditionele technieken
  • gist (schimmel) voor brood, bier, wijn
  • bacteriën voor kaas, yoghurt 

Kunstmatige selectie: veredeling
* kruisen van organismen met gunstige eigenschappen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken: opdracht 51 (blz 112)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moderne biotechnologie
- Klonen (vanaf 1980 'Dolly')
- Genetische manipulatie
    > Recombinant DNA-techniek
        Zalm (groei), Muis (oor)
    > Organen kweken 
        aap met varkenshart, kweekvlees
    > Gentherapie
        CRISPR-CAS9

Voor- en nadelen?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genetische modificatie



  • = Eigenschappen van organismen wijzigen.
  • Recombinant-DNA-techniek = nieuwe erfelijke informatie aanbrengen in het DNA van een ander organisme.
  • Het maken van een transgeen organisme: gen van een organisme van een andere soort inbrengen.
  • GGO = genetisch gemodificeerd organisme

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recombinant DNA-techniek
Bacteriën die een recombinant-DNA-plasmide opnemen, gaan delen en specifieke eiwitten maken zoals insuline.

Doordat bacteriën zich daarna gaan delen ontstaan er nakomelingen met recombinant-DNA-plasmiden. 
BiNaS 71m1

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genetische modificatie
met virussen
Virussen gebruiken 
altijd gastheercellen 
voor de voortplanting.

Het enzym dat virussen 
gebruiken voor het 
synthetiseren van DNA uit 
hun RNA gebruiken 
mensen voor genetische modificatie.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Hechting virus aan receptoreiwitten op celmembraan van gastheercel. 
  2. Endocytose.
  3. Vorming DNA uit virus-RNA m.b.v. enzym (tegenovergestelde van transcriptie).
  4. Celkern --> vorming virus-mRNA, translatie en vorming virusbestanddelen.
  5. Samenvoeging van virusbestanddelen en vrijkomen van virusdeeltjes.
  6. Exocytose
Virus = eiwitomhulsel met RNA/DNA

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genetische modificatie met virussen
 1. mRNA uit het cytoplasma van eukaryoten wordt geïsoleerd uit cellen die het gewenste eiwit maken.
2. M.b.v. het virusenzym wordt uit mRNA enkelstrengs DNA gevormd.
3. M.b.v. DNA-polymerase wordt een dubbele DNA streng gemaakt = copy DNA (cDNA) --> bevat alleen het gewenste gen. 
4. cDNA wordt ingebracht in een bacterie of virus. 
5. Replicatie (virus moet wel eerst worden ingebouwd in een gastheercel)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Genetische modificatie Nadelen
Doordat genetische modificatie zo’n jonge wetenschap is, is er weinig bekend over lange termijn effecten.
  • Gevolgen voor biodiversiteit?
  • Risico op pandemie groter? 
  • Er kan iets mis zijn met de techniek, is het onomkeerbaar? 
  • Gaat men dodelijke virussen kweken en inzetten bij oorlog? 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen 9.6
Maken opdracht 51 t/m 58
+ begrippenlijst maken





Herhalen en/of extra oefenen

Biologiepagina.nl


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 9.6
  • Je kunt uitleggen hoe DNA-analyse werkt en de toepassingen daarvan beschrijven.
  • Je kunt verschillende DNA-technieken en toepassingen van biotechnologie beschrijven. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions