Europese Unie - Europese Unie - De EU groter of kleiner?

De EU groter of kleiner?
Europese Unie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De EU groter of kleiner?
Europese Unie

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je doen?
  • Je leest de tekst, beantwoord de vragen en kijkt de filmpjes op de volgende pagina's.
  • In deze les gaan we het hebben over de omvang van de Europese Unie.

Slide 2 - Diapositive

Wat kan je straks?
  • een reden noemen waarom landen na de Tweede Wereldoorlog gingen samenwerken.
  • de betekenis afkortingen EGKS, EEG, EG en EU en weet je in welke volgorde de organisaties zijn opgericht.
  • minimaal vijf landen noemen die lid zijn van de EU.
  • omschrijven wat wordt bedoeld met ‘de EU is een vrijhandelsgebied’.
  • uitleggen waarom de EU bij sommige mensen weerstand oproept.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Vormen van samenwerken
De Europese Unie (EU) telt 27 lidstaten.
Sommige burgers in de EU vinden dat er best nog meer landen bij mogen.
Andere EU-burgers vinden het huidige aantal wel genoeg.
En weer andere EU-burgers vinden het huidige aantal teveel.
Van hen mogen één of meer landen uit de EU vertrekken.

Bestudeer ook het volgende onderdeel uit de Kennisbank over dit onderwerp via onderstaande link":


Slide 5 - Diapositive

Wat vind jij?
A
Het huidige aantal is niet te veel, er kunnen best meer landen bij.
B
Het huidige aantal is genoeg, niet meer en niet minder.
C
Het huidige aantal is te veel, er moeten landen uit.

Slide 6 - Quiz

Waarom vind je dat?

Slide 7 - Question ouverte

DE EUROPESE UNIE

Slide 8 - Diapositive

0

Slide 9 - Vidéo

Europese Unie
Nu zijn er

Slide 10 - Diapositive

Niet alle 27 lidstaten van de EU gebruiken ook de euro. Zoek op de site van de EU op welke landen de euro gebruiken en noteer ze hieronder.

Slide 11 - Question ouverte

2

Slide 12 - Vidéo

00:43
Wie bepaalt in hoofdlijnen het beleid in Europa?
A
Europese Raad
B
Europese Commissie

Slide 13 - Quiz

00:57
Wie kiest de leden van het Europees Parlement?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom een Europese Unie?
De oprichting van de EU had het doel om een nieuwe oorlog voorkomen, en te samenwerken op economisch gebied.

Slide 15 - Diapositive

Kenmerken van de Europese Unie
  • gemeenschappelijke regels in de verschillende landen
  • vrijhandel (de EU heeft een interne markt)

Er is vrij verkeer van:
  • goederen (vrijhandel)
  • diensten (vrijhandel)
  • personen (je mag in elk EU land wonen, werken en studeren)
  • kapitaal (je kunt geld op een rekening in een ander EU-land zetten)

Slide 16 - Diapositive

harmonisatie
De EU wil veel regels voor alle lidstaten gelijk trekken om te zorgen voor eerlijke concurrentie tussen de landen in de EU.

Slide 17 - Diapositive

De Europese markt
Europa heeft een INTERNE markt. Dit is handig want op deze manier kunnen Europese landen makkelijker met elkaar handelen. In principe zijn er binnen Europa dus geen officiële grenzen meer.

Slide 18 - Diapositive

EMU
De Europese Monetaire Unie bestaat uit de landen binnen de EU die de euro hebben ingevoerd.

De Europese Centrale Bank let er op dat de euro zijn waarde behoudt.

Slide 19 - Diapositive

Waarom is de Europese Unie opgericht?

Slide 20 - Question ouverte

Niet alle Europese landen zijn lid van de Europese Unie.
Welk land is geen lid?
A
Cyprus
B
Litouwen
C
Slovenië
D
Zwitserland

Slide 21 - Quiz

Er zijn 25 landen lid van de Europese Unie.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

In alle landen van de Europese unie kun je met de euro betalen.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

In de Europese Unie zijn er gemeenschappelijke regels.
A
onjuist
B
juist

Slide 24 - Quiz

Binnen de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Landen waar je met de euro kunt betalen zijn lid van de Europese Monetaire Unie (EMU).
A
onjuist
B
juist

Slide 26 - Quiz

0

Slide 27 - Vidéo