Thema 9 Grondstoffen Blok 1 Energie en grondstoffen

Mundo 
Leerwerkboek 9
Grondstoffen
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Mundo 
Leerwerkboek 9
Grondstoffen

Slide 1 - Diapositive

Les 1:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen deze les? 
  • agenda invullen / opdrachten aanvinken
  • Introductie blok 1
  • Lezen ‘Hout, turf en steenkool', 'Veengebieden', ‘Stoommachines'
  • Uitleg blok 1   
  • Aan de slag! 

Slide 2 - Diapositive

Agenda invullen/opdrachten aanvinken:  
BLOK  1
Maken:  1abc, 2, 3ab, 4, 5abc, 6, 7, 8, 9b, 10, 11, 12, 13, 14abc, 15, 16, 17, 18, (19havo), 20, 21 en 22.
Lezen: teksten Blok 1
Leren: Leerdoelen en begrippen

 
 




  
Schrijf je huiswerk in het bovenste deel van je agenda op. 

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn de leerdoelen van deze les?

  • Je kan uitleggen waarom in Nederland turf als brandstof gebruikt werd.
  • Je kan uitleggen wat fossiele brandstoffen zijn.
  • Je kan uitleggen hoe de Weerribben zijn ontstaan.
  • Je kan verklaren waarom de stoommachine voor grote veranderingen gezorgd heeft.  

Slide 4 - Diapositive

Jij hebt vandaag al gebruik van energie en grondstoffen. Bedenk 5 voorbeelden waarvoor jij dit vandaag al hebt gebruikt.

Slide 5 - Carte mentale

Waar gaan we het over hebben?
- Wat is energie?
- Waarom gebruiken we energie?
- Waar hebben we energie voor nodig?

- Wat zijn grondstoffen?
- Waarom gebruiken we grondstoffen?
- Waarvoor hebben we grondstoffen nodig?

Slide 6 - Diapositive

Energie en grondstoffen van vroeger naar nu
prehistorie                                          2020

Slide 7 - Diapositive

Noem twee verschillen tussen het koken van toen en nu.

Slide 8 - Carte mentale

Noem een voorbeeld van energie

Slide 9 - Carte mentale

Begrip: Energie
We hebben altijd energie nodig om iets te laten werken. Als we bijvoorbeeld willen zwemmen, hebben we energie nodig om ons door het water voort te bewegen. Als je het licht aandoet heb je eerst energie nodig, die dan wordt omgezet in elektriciteit, waardoor wij licht hebben.


Energie is een reactie op verbranding.

Er zijn heel wat verschillende soorten energiebronnen. Wij zetten meestal energie om in elektriciteit, omdat we voor heel veel dingen in ons dagelijks leven elektriciteit nodig hebben. 

Slide 10 - Diapositive

Begrip: Grondstof(fen)
Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. In productieprocessen kunnen ook niet-natuurlijke grondstoffen gebruikt worden: dit wordt ook wel een halffabricaat genoemd.

Slide 11 - Diapositive

Hout, turf en steenkool 
  • Hout was lang dé energiebron.
  • IJzererts werd gesmolten op vuur > 130 kg hout nodig per kilo. Rond 1500 waren de meeste bossen gekapt. 

  • Turf werd ook gebruikt als brandstof = gedroogd veen = plantenresten

  • Steenkool is een ook een fossiele brandstof = brandstof gevormd uit planten en/ of dieren. 
We lezen Hout, turf en steenkool op blz 11 en Veengebieden op blz 12

Slide 12 - Diapositive

Turfwinning
De veengebieden werden in langgerekte stroken afgegraven. De blokken turf werden gedroogd. 

De turf kon worden gebruikt als brandstof, omdat in de Middeleeuwen hout steeds schaarser werd in Nederland (overmatige houtkap door bevolkingsgroei). 

Slide 13 - Diapositive

Weerribben / legakkers.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Stoommachines
  • Tot de 18e eeuw veel huisnijverheid naast de landbouw.
  • Door bevolkingsgroei groeit de vraag naar kleding.
  • Engelse uitvinders ontwerpen nieuwe spin-en weefmachines. 

  • Machines worden steeds groter > eerst aangedreven met waterkracht > fabrieken worden gevestigd aan rivieren/bij water 
  • Ligging aan het water is vestigingsplaatvoordeel

  • Stoommachines worden aangedreven met steenkool.  Fabrieken ontstaan in buurt van mijnen. Industriële revolutie begint in Engeland. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Aan de slag! 
Hoe blijf je 'op schema?'   

Lezen: ‘Waar gaat dit blok over?', ‘Hout, turf en steenkool', 'Veengebieden', ‘Stoommachines'. p. 10, 11, 12, 14 & 15. 
Maken: opdracht  1abc, 2, 3ab, 4, 5abc, 6, 7, 8.
timer
15:00

Slide 18 - Diapositive

Les 2:  Blok 1 Energie en grondstoffen
Wat gaan we doen deze les? 
  • Herhalen
  • Kijken: Histoclip De industriële revolutie 
  • Uitleg over blok 1
  •  Lezen: ‘Engeland en de rest van de wereld', ‘Congo: arm land met rijkdom aan grondstoffen’. p. 17 & 20. 
  • Aan de slag! 

Slide 19 - Diapositive

Wat zijn de leerdoelen van deze les?

  • Je kan verklaren waarom de stoommachine voor de industriële revolutie heeft gezorgd.
  • Je kan uitleggen wat vestigingsplaatvoordelen zijn
  • Je kan uitleggen waarom de industriële revolutie juist in Engeland begon.
  • Je kan twee redenen noemen waarom Congo, ondanks grondstoffen, een arm land is. 

Slide 20 - Diapositive

In wat voor landschap ontstaat veen?
A
stuwwallenlandschap
B
moeraslandschap
C
IJslandschap
D
berglandschap

Slide 21 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van fossiele brandstoffen?
A
Hout, veen en hooi
B
zonnebloemolie en houtskool
C
dieren en planten
D
steenkool, aardolie en aardgas

Slide 22 - Quiz

Welke fossiele brandstoffen zitten er in de Nederlandse bodem?
A
Aardolie, aardgas en steenkool
B
Steenkool en aardgas
C
Aardgas, alleen in groningen
D
Nederland heeft geen fossiele brandstoffen

Slide 23 - Quiz

Wat zijn geen fossiele brandstoffen?
A
Aardolie en steenkool
B
Steenkool en waterkracht
C
Aardgas en zonne-energie
D
Zonne-energie en waterkracht

Slide 24 - Quiz

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Engeland en de rest van de wereld
  • Engeland had al sinds de 18e eeuw koloniën
  • Industriële revolutie deed vraag naar grondstoffen groeien
  • Vanuit Engeland verspreidde de IR zich over Europa. Overal in Europa ontstonden industriegebieden.
  • Ook andere Europese landen wilden koloniën om grondstoffen te halen en om te gebruiken als afzetgebieden > dit heet modern imperialisme
We lezen: Engeland en de rest van de wereld op blz 17) 

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Op naar Congo!

Slide 29 - Diapositive

Congo: arm land met met rijkdom aan grondstoffen
  • Land in Afrika 
  • Congo was een kolonie van België
  • Grondstoffen : goud, zilver, kopen, diamanten, kobalt en coltan. 
  • Congo is een arm land
We lezen: Congo, arm land met rijkdom aan grondstoffen op blz 20

Slide 30 - Diapositive

Sleep de grondstoffen Coltan (bovenste) en Kobalt (onderste) van het mobieltje naar de juiste plek in kaart.
Wat zit er allemaal in jouw mobieltje?

Slide 31 - Question de remorquage

Slide 32 - Vidéo

Welke producten worden van deze grondstoffen gemaakt?

Slide 33 - Diapositive

Aan de slag! 
Hoe blijf je 'op schema?'
Lezen:  ‘Engeland en de rest van de wereld', ‘Congo: arm land met rijkdom aan grondstoffen’. p. 17 & 20. 
Maken: opdracht 9b, 10, 11, 12, 13.   
Kies en maak menukaart A of B
timer
15:00

Slide 34 - Diapositive

Les 3:  Blok 1 Energie en grondstoffen
We kijken: De IJzeren Eeuw

Lezen: ‘Industrie in Nederland', ‘Nieuwe grondstoffen’. p. 22 & 24

Maken: opdracht 14abc, 15, 16, 17, 18, (19havo), 20, 21 en 22. 




Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Aan de slag! 
 Rond blok 1 af, kijk je werk na.
Leer de begrippen
Maak de samenvattingsopdracht.



 

opdracht 20, 21 en keuze: 22.



Keuze: 

Maak keuzemenu A of B. 
timer
15:00

Slide 37 - Diapositive

Een dag zonder stroom
Wat hebben verlichting, verwarming, een mobieltje en een koelkast met elkaar te maken?
Ze doen het niet zonder stroom! 

Elektriciteit is zo vanzelfsprekend dat je er niet bij stilstaat, tot de stroom uitvalt of de accu leeg is.

Vraag 1: Wat zou jij doen op een dag zonder stroom?


Slide 38 - Diapositive

Koeien energie
Stroom komt uit een stopcontact. Maar hoe komt het dan in dat stopcontact?
Waar komt stroom vandaan? Hoe wordt elektriciteit gemaakt?
Dat gaan jullie nu uitzoeken.

Vraag 2:  Welke bewegingen van de koe worden omgezet in energie?

Slide 39 - Diapositive

Energie uit fossiele brandstof
We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen.

Vraag 3: Hoe lang kunnen we met fossiele brandsof doorgaan? 

Fossiele brandstoffen hebben als nadeel dat ze op kunnen raken.

Vraag 4: Is kernenergie wel zo'n goed alternatief.


Slide 40 - Diapositive

Energie uit duurzame bronnen
De meeste energiecentrales gebruiken voor de opwekking van elektriciteit niet-duurzame energiebronnen zoals kolen, aardgas en olie.
Omdat die bronnen vervuilend zijn en opraken, is het beter om over te stappen op duurzame, vernieuwbare energiebronnen.
Schone bronnen die niet opraken.

Vraag 5: Rijden treinen in Nederland al op groene stroom?


Slide 41 - Diapositive

Bespaartips
Energie besparen is niet alleen beter voor het milieu, maar spaart ook de inhoud van je portemonnee. Het is simpel energie kunt besparen. Soms moet je wel eerst wat investeren voordat je geld kunt overhouden. Je gaat een top drie met bespaartips opstellen.

Vraag 6:  Wat vind je van de tips van Melvin?  

Vraag 7: Geef zelf ook nog één tip.


Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 42 - Diapositive

Nederland en Frankrijk
In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen.

Vraag 8:  Wat is een voordeel en een nadeel van het gebruik van aardgas als energiebron?


Slide 43 - Diapositive

Energie transport
Elektriciteit komt via kabels de huizen binnen, gas via ondergrondse buizen.
De vraag naar elektriciteit en gas is niet altijd precies hetzelfde.  In de winter is er bijvoorbeeld meer gas nodig om gebouwen te kunnen verwarmen.  Dat betekent dat er reservevoorraden moeten zijn of dat energie moet worden aangevoerd uit het buitenland.

Vraag 9:  Heb je bij jou in de buurt ook een transformatorhuisje? Waaraan herken je dat?


Slide 44 - Diapositive

Energy-case: Brazilië
In Nederland gaan we steeds meer duurzame energie gebruiken, in Brazilië doen ze dat al jaren.  Maar er is in Brazilië de laatste jaren wel veel veranderd op het gebied van energieverbruik en energieproductie. Helaas heeft dit grote gevolgen voor de natuur en de oorspronkelijke bewoners van het gebied. 

Vraag 10:  Waarom zijn de bewoners tegen het kappen van de bomen?


Slide 45 - Diapositive

Samenvatting 
Wat is energie?  Energie is een reactie op verbranding.
Waarom gebruiken we energie? Om te kunnen leven en om het leven gemakkelijker te maken.
Waar hebben we energie voor nodig? Om machines en electrische apparaten te kunnen laten werken. Eten om zelf te kunnen functioneren.

Wat zijn grondstoffen?  Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen. 
Waarom gebruiken we grondstoffen? Om producten van te maken of op te eten.
Waarvoor hebben we grondstoffen nodig? Zonder grondstoffen zijn er geen producten en ook geen spullen of eten.

Slide 46 - Diapositive

Klaar?
- vraag aan je docent om het antwoorden formulier
- daarna krijg je de vraag voor je eindopdracht

Slide 47 - Diapositive