H6 P1, 2 en 3 MC / begrippen
1 / 24
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke begrip hoort hier bij: Voorzieningen voor gezamenlijk gebruik waar de overheid voor zorgt
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Wie zorgt er voor het onderhoud van collectieve voorzieningen
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
De overheid
D
Bedrijven
Slide 4 - Quiz
Wie maakt de regels voor het gebruik van collectieve voorzieningen?
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
De overheid
D
Bedrijven
Slide 5 - Quiz
Betaald
Onbetaald
Slide 6 - Question de remorquage
Wie mag er gebruik maken van collectieve voorzieningen?
A
Alleen mensen die er voor betalen
B
Alleen Nederlanders
C
Alleen mensen uit dezelfde gemeente
D
Iedereen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Wie hebben er vaak het meest last van de productie van bedrijven?
A
De klanten
B
Mensen die naast het bedrijf wonen
C
De overheid
D
Andere bedrijven
Slide 9 - Quiz
Wie hebben er vaak het meeste voordeel van de productie van bedrijven?
A
De klanten
B
Mensen die naast het bedrijf wonen
C
De overheid
D
Andere bedrijven
Slide 10 - Quiz
Wie betaalt meestal de kosten van de vervuiling van bedrijven?
A
De bedrijven zelf
B
De overheid
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je de nadelen van consumptie en productie voor de samenleving?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Stelling: maatschappelijke kosten kun je altijd in geld uitdrukken (= zeggen hoeveel het kost)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
De overheid maakt ......... Dit zijn regels waar mensen zich aan moeten houden
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Stelling: iedereen in Nederland heeft sociale zekerheid
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Stelling: sociale zekerheid betekent dat je altijd recht hebt op een inkomen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Werknemers betalen belasting en ...
A
BTW
B
Sociale premies
C
Premies
D
AOW
Slide 19 - Quiz
Belasting en sociale premies samen noem je:
A
Sociale wetten
B
Sociale zekerheid
C
Loonbelasting
D
Loonheffing
Slide 20 - Quiz
Wanneer je buiten je eigen schuld werkloos wordt, heb je recht op
A
Bijstand
B
WW-uitkering
C
Je hebt nergens recht op
Slide 21 - Quiz
Het inkomen dat je volgens de overheid minimaal nodig hebt om van te leven
A
Sociale zekerheid
B
Sociaal inkomen
C
Sociale minimum
D
Bijstand
Slide 22 - Quiz
WW-uitkering
Bijstand
Werkloos langer dan 2 jaar
Werkloos korter dan 2 jaar
Buiten je eigen schuld
Het kan ook je eigen schuld zijn
Slide 23 - Question de remorquage
Het lastigst vind ik de paragraaf over:
A
Collectieve voorzieningen
B
Maatschappelijke kosten
C
Sociale zekerheid
D
Ik vind geen enkele paragraaf lastig
