2223 intro leva

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

programma
SE lezen
maken quick scan
terugpakken op theorie leva
starten opdrachten

Slide 2 - Diapositive

examen leesvaardigheid

Slide 3 - Carte mentale

leesvaardigheid in H5
- Alle kennis die je de afgelopen jaren hebt opgedaan over leesvaardigheid wordt getoetst
- Tekstbegrip, samenvatten, formuleren, schrijfvaardigheid, spelling, argumentatieve vaardigheden

Slide 4 - Diapositive

welke begrippen ken je nog?

Slide 5 - Carte mentale

maak eerst de quickscan
die kun je benaderen via de hotspot 
Je hebt 10 min

Slide 6 - Diapositive

met welke onderdelen moet je extra oefenen?

Slide 7 - Question ouverte

terugpakken theorie

Slide 8 - Diapositive

Wat weet je over het onderwerp van een tekst? Hoe vind je het? Wat is het?

Slide 9 - Question ouverte

toepassen
we lezen klassikaal de tekst die je hebt gekregen
"Onderwijs is niet voor zelfontplooiing"

Slide 10 - Diapositive

Op welke manier wordt in de eerste alinea de aandacht van de lezer getrokken?
A
actuele gebeurtenis + belang lezer
B
controversieel voorbeeld + eigen mening
C
grappige anekdote + standpunt
D
opvallende uitspraak + reacties daarop

Slide 11 - Quiz

De kern van de tekst bestaat uit alinea 4 t/m 10. Deze kern bestaat uit twee delen. Bij welke alinea begint het tweede deel?

Slide 12 - Question ouverte

'Het is ... moeten opvegen.' (regel 189-195)
Door welke van onderstaande omschrijvingen wordt de houding van de auteur tegenover de in de tekst genoemde ministeries het beste getypeerd?
A
neerbuigend
B
pessimistisch
C
relativerend
D
tegendraads

Slide 13 - Quiz

'Welvaart is altijd een stromende limonadebeek in Luilekkerland.' (regel 215-216)
Leg deze vergelijking uit. Gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden.

Slide 14 - Question ouverte

De kern van een goed antwoord is:
• (Deze vergelijking maakt duidelijk) dat welvaart als vanzelfsprekend wordt gezien (en dat is fictie) / dat men welvaart als een vaststaand gegeven ziet (en dat is het niet) / dat men ervan uitgaat dat welvaart er altijd zal zijn / welvaart hoeft niet verdiend te worden  1
• een volledig goed antwoord, niet langer dan 15 woorden 1

Slide 15 - Diapositive

Over het onderwijs wordt in regel 219 gezegd: "Alles is er een 'proces'."
Welk aspect van het onderwijs blijft in het onderwijs onderbelicht, volgens alinea 10?

Slide 16 - Question ouverte

Welke van onderstaande beweringen geeft de kern van alinea 12 het beste weer?
A
Als onze inhoudelijke visie op het onderwijs voldoende verandert, zal onze welvaart in de toekomst toenemen.
B
Het duurt niet lang meer, voor we ons realiseren hoe belangrijk onderwijs is voor onze welvaart.
C
In de toekomst lijkt het niet mogelijk te zijn het onderwijsbeleid adequaat af te stemmen op het economische beleid.
D
We moeten weer beseffen hoe belangrijk onderwijs is voor onze welvaart, anders gaat ons dat geld kosten.

Slide 17 - Quiz

Welke zin geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst weer?

Slide 18 - Question ouverte

Welke drie beweringen moeten in ieder geval worden opgenomen in een beknopte samenvatting van maximaal 60 woorden van de tekst?

Slide 19 - Question ouverte