Cette leçon contient 56 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hebben jullie zin in deze les?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
leesdoel les 1
Ik kan vertellen hoe en waar een aardbeving ontstaat en gemeten wordt en welke gevolgen een aardbeving kan hebben, door kernwoorden en kernzinnen uit de tekst te halen.
Slide 6 - Diapositive
4 antwoorden uit de tekst halen
1. Hoe een aardbeving ontstaat.
2. Waar een aardbeving ontstaat.
3. Hoe een aardbeving gemeten wordt.
4. Welke gevolgen een aardbeving kan hebben.
Slide 7 - Diapositive
Lesdoel les 1
Ik kan de belangrijkste informatie uit een tekst samenvatten in een woordweb.
Slide 8 - Diapositive
stappenplan voor samenvatten
1. Lees de hele tekst.
2. Onderstreep belangrijke woorden en zinnen in de tekst
3. Selecteer en orden de kernwoorden.
4. Formuleer kernzinnen in een woordweb
JUF GAAT HELPEN. We beginnen met de inleiding
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
juf leest voor
Lees goed mee. Zet een streep onder een kernwoord of kernzin.
Slide 11 - Diapositive
Wat is 'Schuddende Aarde' voor soort tekst?
A
een verhalende tekst
B
een informatieve tekst
C
een gedicht
D
een instructie tekst
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
De aardkost bestaat uit verschillende platen.
De platen duwen tegen elkaar. Als er een plaat met een schok een stukje verder schiet, is dat een aardbeving.
Aardbevingen
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
De aardkost bestaat uit verschillende platen.
De platen duwen tegen elkaar. Als er een plaat met een schok een stukje verder schiet, is dat een aardbeving.
Schaal van Richter.
Geeft aan hoe zwaar een aardbeving precies is.
Aardbevingen
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
De aardkost bestaat uit verschillende platen.
De platen duwen tegen elkaar. Als er een plaat met een schok een stukje verder schiet, is dat een aardbeving.
Schaal van Richter.
Geeft aan hoe zwaar een aardbeving precies is.
Epicentrum. Plek boven de plaats waar de beving plaatsvond. Vanuit hier verspreiden schokgolven zich over de omgeving.
Aardbevingen
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
De aarkost bestaat uit verschillende platen.
De platen duwen tegen elkaar. Als er een plaat met een schok een stukje verder schiet, is dat een aardbeving.
Schaal van Richter.
Geeft aan hoe zwaar een aardbeving precies is.
Epicentrum. Plek boven de plaats waar de beving plaatsvond. Vanuit hier verspreiden schokgolven zich over de omgeving.
Aardbevingen
Langs randen van aardplaten.
Overal waar 2 of meer platen aan elkaar grenzen
Slide 23 - Diapositive
Aardbevingen
De aardkost bestaat uit verschillende platen. De platen duwen tegen elkaar. Als er een plaat met een schok een stukje verder schiet, is dat een aardbeving.
Epicentrum. Plek boven de plaats waar de beving plaatsvond. Vanuit hier verspreiden schokgolven zich over de omgeving
Schaal van Richter. Geeft aan hoe zwaar een aardbeving precies is.
Langs randen van aardplaten. Overal waar 2 of meer platen aan elkaar grenzen
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Aardbevingen
De aardkost bestaat uit verschillende platen. De platen duwen tegen elkaar. Als er een plaat met een schok een stukje verder schiet, is dat een aardbeving.
Epicentrum. Plek boven de plaats waar de beving plaatsvond. Vanuit hier verspreiden schokgolven zich over de omgeving
Schaal van Richter. Geeft aan hoe zwaar een aardbeving precies is.
Langs randen van aardplaten. Overal waar 2 of meer platen aan elkaar grenzen
Slide 26 - Diapositive
Maar werkblad 2
Beantwoord de 4 vragen in mooie zinnen.
Gebruik het woordweb (samenvatting) die wij hebben gemaakt.
timer
1:00
Slide 27 - Diapositive
VRAAG
ANTWOORD
PARAGRAAF
Hoe ontstaat een aardbeving?
Slide 28 - Diapositive
VRAAG
ANTWOORD
PARAGRAAF
Hoe wordt een aardbeving gemeten?
Slide 29 - Diapositive
VRAAG
ANTWOORD
PARAGRAAF
Waar ontstaan aardbevingen?
Slide 30 - Diapositive
VRAAG
ANTWOORD
PARAGRAAF
Welke gevolgen kan een aardbeving hebben?
Slide 31 - Diapositive
Waarom heeft de schrijver gekozen voor de titel: de schuddende aarde?
Slide 32 - Question ouverte
Wat vonden jullie van de les
😒🙁😐🙂😃
Slide 33 - Sondage
Slide 34 - Diapositive
leesdoel les 2
Ik kan informatie over de gevolgen van aardbevingen uit de tekst halen en aangeven bij welke schalen van Richter ze horen. Ik kan deze gegevens in een schema zetten.
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
juf leest voor
Als juf voorleest onderstreep dan de aardbevingen die worden genoemd en de gevolgen van die aardbevingen.
Welke informatie staat in de tekst over de verschillende schalen van Richter? Onderstreep dat met rood
Welke voorbeelden van aardbevingen worden genoemd en welke kracht op de schaal van Richter hadden deze? Onderstreep dit blauw
Welke gevolgen van een aardbeving passen bij de verschillende schalen van Richter? Omcirkel of onderstreep dit geel
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
aan het werk
Vul met je maatje het schema in.
Slide 43 - Diapositive
Wat vonden jullie van deze les
😒🙁😐🙂😃
Slide 44 - Sondage
Slide 45 - Diapositive
Aardbevingen
De aardkost bestaat uit verschillende platen. De platen duwen tegen elkaar. Als er een plaat met een schok een stukje verder schiet, is dat een aardbeving.
Epicentrum. Plek boven de plaats waar de beving plaatsvond. Vanuit hier verspreiden schokgolven zich over de omgeving
Schaal van Richter. Geeft aan hoe zwaar een aardbeving precies is.
Langs randen van aardplaten. Overal waar 2 of meer platen aan elkaar grenzen
LES 1
Slide 46 - Diapositive
LES 2
Slide 47 - Diapositive
leesdoel les 3
Ik kan uitleggen wat een aardbeving vooral gevaarlijk maakt.
Ik kan aangeven waarom de schrijver de tekst heeft geschreven en of ik iets van deze tekst geleerd heb.
Slide 48 - Diapositive
juf leest voor
Markeer wat jij nog niet wist en nu geleerd hebt van deze tekst.
Dit kunnen woorden en zinnen zijn.
Slide 49 - Diapositive
Slide 50 - Diapositive
Wat is de bedoeling van de schrijver met de tekst?
A
Hij wil ons vermaken.
B
Hij wil ons informeren over hoe en waar aardbevingen ontstaan, over het meten van aardbevingen en de gevolgen van aardbevingen.
C
Hij wil ons informeren over de aardplaten en het ontstaan van vulkanen.
D
Hij wil ons instructie geven over wat we kunnen doen als we een aardbeving meemaken.
Slide 51 - Quiz
Wat maakt een aardbeving vooral gevaarlijk?
Slide 52 - Question ouverte
Wat heb jij geleerd van deze tekst? Schrijf iets op wat je hiervoor nog niet wist!
Slide 53 - Question ouverte
Zou jij het boek "Hé aardbewoner" zelf willen lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Ja, maar dan alleen dit verhaal.
D
Ja, maar niet alle verhalen.
Slide 54 - Quiz
Waar moet ik de volgende keer een verhaal/tekst over opzoeken?
A
Geschiedenis
B
Een gedicht
C
Een verhalende tekst
D
Iets anders.....
Slide 55 - Quiz
Wat vonden jullie van deze laatste les over aardbevingen.