Hst 54 Retorische vraag en ironie

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Vandaag 

Moeilijke woorden in een tekst

(H. 53)

Retorische vraag en ironie 

(H. 54)

Vandaag 

Aan het einde van deze les weet je wat een retorische vraag is, wat ironie is en kun je beide herkennen in een klein stukje tekst. 

 

Wat bedoelt de docent als ze zegt: 'wil jij het bord vegen?'

Wat bedoelt een moeder die tegen haar kind zegt 'moet dat soms kapot?'

1. Ga je gang, maak het maar kapot
2. Doe eens voorzichtig met dat speelgoed
3. Waarom probeer je dat kapot te maken?
4. Dan help ik je wel even met kapot maken

Welke vraag is niet retorisch?

1. Doe je voorzichtig?
2. Wil jij straks even nablijven?
3. Hoe doe je dat toch?
4. Kun je niet even uitkijken?

Welke zinnen bevatten ironie?

1. Jippie! Vandaag gaat de les over ironie.
2. Denk je echt dat je met dat cijfer overgaat?
3. Nou, het is me wat moois.
4. Vandaag gaat de les over tekstsoorten

Welke zin is ironisch bedoeld? "Ah, ik zie het al. Hij denkt dat ik een andere printer gebruik. Nee, lieve laptop, die heb ik al vijf jaar geleden weggegooid, hoe zou ik dáár nou iets mee willen? Printermenu... selecteer printer.. huppakee.. druk af. "

Als het goed is

Weet je nu dat een retorische vraag een vraag is waar je geen antwoord wordt verwacht en dat het meer een mededeling is. 

En weet je dat ironie een lichte vorm van spot is, en dat vaak het tegenovergestelde bedoeld wordt van wat gezegd wordt 

Nu maken 

H. 53: 

Moeilijke woorden in een tekst: alle vragen

H.54:

Retorische vraag en ironie: alle vragen

Einde les

Leer alle hoofdstukken van leesvaardigheid! Deze heb je nodig voor het eindexamen. Laatste week (week 25) krijgen jullie een proeftoets leesvaardigheid.