H 2.4 Groter, kleiner of gelijk

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Rekenbreak
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Rekenbreak
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken

Nakijken 
opg. 36, 39, 40, 41, 42, E1, E2

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
- Ik kan in een praktijksituatie op de juiste manier afronden:
  • geld op 2 decimalen
  • dozen ijsjes
  • plankjes uit een grotere plank zagen
  • enz.

Slide 3 - Diapositive

blz. 75

Slide 4 - Diapositive

Doelen van deze les

  • Ik ken de tekens
     < (is kleiner dan),
     > (is groter dan) en
     = (is gelijk aan).

  • Ik kan deze tekens gebruiken in sommen.












Slide 5 - Diapositive

blz. 76

Slide 6 - Diapositive

blz. 76

Slide 7 - Diapositive

blz. 76

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Groter, kleiner of gelijk

             6 .... 9                                        0,03 .... 0,02

          43 .... 34                                          14 .... 14

Slide 10 - Diapositive

Groter, kleiner of gelijk
                      Antwoorden
        6 < 9                        0,03 < 0,02

       43 > 34                         14 = 14

Slide 11 - Diapositive

Opgave 44 (blz. 76)











aantal
240









aantal







timer
1:30

Slide 12 - Diapositive

Opgave 47 (blz. 77)











aantal
240









aantal







timer
1:30

Slide 13 - Diapositive

Extra: van breuk naar decimaal getal

Slide 14 - Diapositive

blz. 77

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk


Opgaven 

45,46


KGT boek blz. 126

Opgaven 81 en 82

 






Slide 16 - Diapositive

Doelen van deze les

  • Ik ken de tekens
     < (is kleiner dan),
     > (is groter dan) en
     = (is gelijk aan).

  • Ik kan deze tekens gebruiken in sommen.












Slide 17 - Diapositive