Verander niets aan de instelling van de lampjes/batterijen. Je kan varieren in felheid door de batterijen en lampjes serie of parallel te schakelen.
Slide 5 - Diapositive
Des te meer lampjes je in serie aansluit op een spanningsbron des te branden de lampjes.
Wanneer je lampjes parallel aansluit blijven de lampjes branden.
Om een lampje feller te laten branden moet je batterijen in aansluiten.
...
...
...
feller
even fel
zwakker
serie
parallel
Slide 6 - Question de remorquage
Batterijen in serie = spanningen optellen
Slide 7 - Diapositive
Batterijen parallel
De totale spanning is gelijk aan de spanning van één batterij.
De batterijen gaan wel langer mee.
1,5 V
Slide 8 - Diapositive
Serieschakeling:
De stroomsterkte is overal even groot.
De spanning van de spanningsbron verdeelt zich over de lampjes/apparaten.
Parallelschakeling:
De elektrische stroom verdeeld zich over meerdere routes. De stroomsterkte in alle routes zijn opgeteld net zo groot als de hoofdstroomsterkte.
Over elk apparaat staat de spanning van de spanningsbron. Spanning is dus overal gelijk.
Neem de dikgedrukte woorden over.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag
§6.3
opgave 30cd, 32, 33, 34 en 36
maken en nakijken
deel 1
deel 2
timer
15:00
Slide 11 - Diapositive
Bespreken
opgave 33
Slide 12 - Diapositive
Oefenopgave schakeling
Slide 13 - Diapositive
§6.4 Veiligheid
Slide 14 - Diapositive
Wat zit er in de meterkast?
Slide 15 - Carte mentale
Lesdoelen §6.4
Je kan uitleggen hoe de verschillende onderdelen in de meterkast de elektrische huisinstallatie beveiligen.
Je kan uitleggen wat kortsluiting, overbelasting en lekstroom zijn.
Zekeringen
De zekering schakelt de stroom uit wanneer deze te hoog wordt door overbelasting of kortsluiting.
kWh-meter
De energiemeter of kWh-meter meet het energieverbruik.
Groep
Een aantal stopcontacten en lichtpunten zit samen op één groep. Vanuit de meterkast loopt een aparte leiding voor elke groep.
Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar schakelt de stroom uit bij lekstroom.
Hoofdkabel
Slide 16 - Diapositive
Kleuren draden
groen/geel aardedraad
zwart schakeldraad
blauw nuldraad (0 V)
bruin fasedraad (230 V)
Slide 17 - Diapositive
Randaarde
Door de hoge spanning (230 V) kan de elektrische stroom de aarde gebruiken als negatieve pool.
Slide 18 - Diapositive
Randaarde
Door de hoge spanning (230 V) kan de elektrische stroom de aarde gebruiken als negatieve pool.
Een geaarde stekker voorkomt dat de buitenkant van een apparaat onder spanning komt te staan.
Slide 19 - Diapositive
Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar vergelijkt de stroomsterkte die het huis binnenkomt met de stroomsterkte die het huis verlaat. Zit hier een verschil tussen dan 'lekt' er stroom naar de aarde. De aardlekschakelaar schakelt dan alle groepen in huis uit.
Slide 20 - Diapositive
Deze schakeling is...
A
Serie
B
Parallel
Slide 21 - Quiz
Deze schakeling is
A
serie
B
parallel
Slide 22 - Quiz
De stopcontacten in je huis zijn aangesloten in...
A
Serie
B
Parallel
Slide 23 - Quiz
Parallelschakeling thuis
Over elk apparaat / lamp staat de spanning van de spanningsbron; 230 V.
De elektrische stroom heeft meerdere routes. De stroomsterktes in alle routes zijn opgeteld net zo groot als de hoofdstroomsterkte.
Slide 24 - Diapositive
Overbelasting
Er staan te veel apparaten tegelijkertijd aan waardoor de hoofdstoomsterkte te groot (I >16 A) wordt.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Wat kan je vertellen over kortsluiting?
Slide 27 - Question ouverte
Kortsluiting
Twee stroomdraden raken elkaar.
De stroom gaat van de fase- naar de nuldraad zonder door een apparaat te stromen.
I > 16 A
Elektriciteitsdraden worden te warm.
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Zekering
Verbreekt de stroomkring wanneer de stroomsterkte te groot wordt (I > 16 A).
Slide 30 - Diapositive
Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting
Slide 31 - Quiz
Brandt het lampje?
A
Ja, want het lampje zit in een gesloten stroomkring.
B
Ja, want het lampje is parallel geschakeld.
C
Nee, want het lampje is kort gesloten.
D
Nee, want het lampje is niet in serie aangesloten.
Slide 32 - Quiz
In huis zijn een oven (13,0 A) een vaatwasser (8,4 A) en een koelkast (1,0 A) aangesloten op één groep. Kan je alle apparaten tegelijkertijd aanzetten? Licht je antwoord toe.
Slide 33 - Question ouverte
De elektriciteitsdraden die naar een brandende lamp lopen, worden een beetje warm.