Week 4 les 2, 3e klas, (Ch 6 Partie D, Vergelijkingen, Spreken)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

semaine 4, cours 2

1.Quel est le jour et la date    

2.Quel temps fait-il?    

3. Quel heure est-il?

4. Check Voca, Chap 6:A, B , C

 

      

Départ

1. Début du cours
   - Bonjour &  Programme 
   
2. GRAMMAIRE
   - Adjectifs + Comparer
   
   
3. GRANDES LIGNES
   - Chapitre 6: Partie D
   - Qui est-ce (jeu)
4. Fin du cours
   - Reflectie
   
   
   

(10m)

 (30m)

(20m)

ADJECTIFS

COMPARER 

(05m)

Na deze grammatica kun je:

1. Het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin

2. Een vergelijking maken in het Frans

3. De vergelijkingen "aussi que" (=) "moins que" (<) en "plus que"  (>) in de zin gebruiken

Noem voorbeelden
van bijvoeglijk nw
in het Nederlands.

Noem voorbeelden van
bijvoeglijk naamwoorden
in het Frans

1. BIJV NW

Vormt zich naar het zelfstandig naamwoord. 

1. De standaard regel voor de vorm: 

• Mannelijk ev:          -          grand
• Vrouwelijk ev:       + e       grande  
• Mannelaijk mv:       + s       grands  
• Vrouwelijk mv:     +es      grandes 

2. De standaard regel voor de plaats:

• Achter het zelfstandig nw  

Kies het juiste antwoord:
Les voitures sont très _______ (grand)

1. grande
2. grand
3. grands
4. grandes

Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille _____ (sportif)

1. sportif
2. sportive
3. sportife
4. sportiv

+es

+s

+e

+ ∅

petit

petites

petits

petite

heureuse

heureux

sportif

heureuses

sportives

sportive

sportifs

heureux

Le livre est _________(nieuw)

1. nouveau
2. nouvelle
3. nouveaux
4. nouvelles

Neem over in de correcte vorm:
les ____garçons_____ (petit)
(let op vorm en plaats bijv. nw)

Vertaal correct: mijn sportieve vader
(geen hoofdletter, geen punt)

Vertaal correct: De mooie sneakers (vr mv)
(geen hoofdletter, geen punt)

2/3. Vergelijking

Aussi + bijv nw + que = even als

Plus + bijv nw + que = meer dan

Moins + bijv nw + que = minder dan

Bijv nw past zich aan het onderwerp voor de vergelijking

Thomas est plus grand que Léa

Léa est plus petite que Thomas

Hoe maak je een vergelijking
in het NL?
Geef voorbeelden

1

2

3

1

2

3

1

1

2

3

2

3

Vergelijking:

meer dan

Vergelijking:

evenveel als 

Vergelijking:

minder dan

moins ... que

aussi ... que

plus (bijv. nw) que

Welke Franse zin is de correcte vertaling?
Die kat is kleiner dan een hond

1. Ce chat est plus petit qu'un chien
2. Ce chat est plus petite qu'un chien
3. Ce chat est aussi petit qu'un chien
4. Ce chat est moins petit qu'un chien

Net zoals "goed" een uitzondering is: niet "goeder" maar "beter"  

Die boeken zijn beter dan die films

1. Ces livres sont plus mieux que ces films
2. Ces livres sont meilleurs que ces films
3. Ces livres sont aussi mieux que ces films
4. Ces livres sont plus meilleures que ces films

AU TRAVAIL

GRANDES LIGNES

• Chapitre 6: tm D
  (havo 15, 16)    (vwo 15 tm 18)
• difficile? Studiewijzer extra uitleg vergelijkingen

PETIT JEU

Joue "QUI EST-CE?" (wie is het)

LIRE

• Lees je boekje
• Maak de samenvatting
• Kies een losse opdracht
   (bij mw.Van Houdt)

Check-out: Welke voca (Partie B)
of vaardigheid/opdracht
heb je vandaag geleerd?

Devoirs

1. Faire 
- Chap 6: Partie C

- Taalplaza

2. Apprendre:

Chap 6: Partie A tm C

BLOOKET

https://create.kahoot.it/share/duplicate-of-les-trois-rois-6-janvier/0735b0a8-2cce-4035-8102-ac3711f390e3