Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
De persoonsvorm
Slide 1 - Diapositive
De persoonsvorm
De persoonsvorm (PV) is een werkwoord.
Werkwoorden zijn de belangrijkste woorden in een zin.
Zij geven de handeling aan. (wat er gebeurt)
Slide 2 - Diapositive
Aan het einde van de les
- Weet ik wat de persoonsvorm is
- Kan ik de persoonsvorm in een zin vinden
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
Slide 5 - Question ouverte
Manieren om de persoonsvorm te vinden:
de vraagproef - Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
de tijdproef - Zet de zin in een andere tijd: maak van tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Slide 6 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm? (PV) - Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt
Slide 7 - Quiz
Wat is de persoonsvorm? (PV)
- Houd eens je mond
A
Houd
B
Er is geen persoonsvorm.
C
eens
Slide 8 - Quiz
Wat is de PV van de deze zin?
- Waarom wandelt hij niet graag?
A
Waarom
B
hij
C
wandelt
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 9 - Quiz
Wat is de PV van de deze zin?
- In zijn broek heeft Tsjerk een scheur.
A
zijn
B
Tsjerk
C
heeft
D
Er is geen persoonsvorm.
Slide 10 - Quiz
Nu aan de slag !
Opdracht: Cursus 5 Grammatica
Paragraaf 2: ZD Persoonsvorm
Alle opdrachten
Mag ook in je boek!
Tekstboek Hoofdstuk 2 Taalverzorging Grammatica De persoonsvorm