Zenuwstelsel: sympaticus en parasympaticus

Zenuwstelsel
1 / 26
suivant
Slide 1: Carte mentale
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Zenuwstelsel

Slide 1 - Carte mentale

Zet de woorden in het juiste vakken
Grote hersenen
(Cerebrum)
Hersenstam
(Truncus cerebri)


Kleine hersenen
(Cerebellum) 
Ruggenmerg
(Medulla spinalis)

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe verloopt de prikkel van ontvangst naar actie?
Sensorische zenuwcel ontvangt informatie via zintuigen.
'Informatie' ofwel impuls gaat via de zenuwen naar de hersenen
De hersenen verwerken de impulsen. 
De reactie verloopt via motorische neuronen
Een 'actie' wordt uitgevoerd
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Autonoom zenuwstelsel
Stuurt automatische lichaamsfuncties aan

Het autonoom zenuwstelsel bestaat uit 2 delen:
  • Parasympathisch zenuwstelsel
  • Sympathisch zenuwstelsel

Slide 9 - Diapositive

Parasympathisch zenuwstelsel
  • Actief als je rust
  • Lichaam werkt aan herstel en opbouw, bijv: opslaan van energie, assimilatie
  • Spijsvertering actief
  • Prikkeloverdracht o.i.v. de neurotransmitter acetylcholine


Slide 10 - Diapositive

Sympatisch zenuwstelsel
  • Bevordert verbranding (dissimilatie) en zorgt voor activiteit: versnelde hartslag, bloedsomloop en ademhaling, betere spierwerking
  • Remt de spijsvertering
  • Prikkeloverdracht o.i.v. neurotransmitter adrenaline


Slide 11 - Diapositive

Is het effect van adrenaline gelijk aan die van het sympatisch of parasympatisch zenuwstelsel?
A
Sympatisch
B
Parasympatisch

Slide 12 - Quiz

Sympatsich zenuwstelsel
parasympatisch 
zenuwstelsel
Activerend
hartfunctie
Activerend spijsvertering
organen
activerend op de skeletspieren
activerend enzymen
activerend op bloed naar de spieren
remmend op hartfunctie
remmend op bloed naar de spieren
remmend op spijsverteringsorganen

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Diapositive

Parasympatisch zenuwstelsel
Sympatisch zenuwstelsel

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Het autonome ZS bestaat uit het parasympatisch en sympatisch zenuwstelsel
A
Onjuist
B
Juist

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Het vegetatieve zenuwstelsel is hetzelfde als
A
het willekeurige zenuwstelsel
B
het onwillekeurige zenuwstelsel

Slide 21 - Quiz

Op welk(e) zenuwstelsel(s) heb je zelf GEEN invloed?
A
Autonome zenuwstelsel
B
Animale zenuwstelsel
C
Willekeurige zenuwstelsel
D
Vegetatieve zenuwstelsel

Slide 22 - Quiz

Het animaal zenuwstelsel regelt:
A
vooral je bewuste reacties
B
vooral je onbewuste reacties
C
al je reacties
D
helemaal geen reacties

Slide 23 - Quiz

Wat hoort bij het animale zenuwstelsel?
A
Het innerveren van de darmen
B
het innerveren van de skelet en mimische spieren
C
het regelen van de hormoonhuishouding
D
het regelen van de hartslag en ademhaling

Slide 24 - Quiz

Combineer het begrip met de juiste uitleg
is actief als het lichaam actief is
is actief als het lichaam in rust is
willekeurige zenuwstelsel
onwillekeurige zenuwstelsel
animale zenuwstelsel
vegetatieve zenuwstelsel
sympatische zenuwstelsel
parasympatische zenuwstelsel

Slide 25 - Question de remorquage

                indeling zenuwstelsel
perifeer zenuwstels
centraal zenuwstelsel
autonoom zenuwstelsel
somatisch zenuwstelsel
sympatisch zenuwstelsel (actie)
parasympatisch zenuwselsel (rust)

Slide 26 - Question de remorquage