3e 2B5 wi 6.5/gemengde opgaven

Welkom 2B5!
Pak alvast je spullen erbij!
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 53 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2B5!
Pak alvast je spullen erbij!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Vragen over het huiswerk

Basis -> Gemengde opgaven

Kader -> 6.5 Gelijkvormige driehoeken

Slide 2 - Diapositive

Vragen over het huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen kader
Aan het eind van deze les weet jij overeenkomstige hoeken te herkennen en kan jij deze opschrijven.

Aan het eind van deze les weet jij hoe je gelijkvormige driehoeken moet opschrijven.

Aan het eind van deze les kan jij een driehoek vergroten doormiddel van de vergrotingsfactor.

Slide 4 - Diapositive

Hier hebben we ΔPQR

Slide 5 - Diapositive

Hier hebben we ΔPQR
Deze driehoek kunnen
we vergroten.

Slide 6 - Diapositive

Hier hebben we ΔPQR
Deze driehoek kunnen
we vergroten.
Dan krijgen we een
nieuwe driehoek.

Slide 7 - Diapositive

Hier hebben we ΔPQR
Deze driehoek kunnen
we vergroten.
Dan krijgen we een
nieuwe driehoek.
Namelijk ΔBAC                 

Slide 8 - Diapositive

Hier hebben we ΔPQR
Deze driehoek kunnen
we vergroten.
Dan krijgen we een
nieuwe driehoek.
Namelijk ΔBAC                 Hoe zou deze driehoek er uit zien?

Slide 9 - Diapositive

Hier hebben we ΔPQR
Deze driehoek kunnen
we vergroten.
Dan krijgen we een
nieuwe driehoek.
Namelijk ΔBAC

Slide 10 - Diapositive



Welke hoeken van
de twee driehoeken
zijn gelijk aan elkaar?
(overeenkomstige
hoeken)
Hier hebben we ΔPQR
Deze driehoek kunnen
we vergroten.
Dan krijgen we een
nieuwe driehoek.
Namelijk ΔBAC

Slide 11 - Diapositive

∠P = 
∠Q =
∠R =

Slide 12 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q =
∠R =

Slide 13 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q = ∠A
∠R =

Slide 14 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q = ∠A
∠R = ∠C

Slide 15 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q = ∠A
∠R = ∠C
We kunnen nu zeggen dat deze driehoeken gelijkvormig zijn.

Slide 16 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q = ∠A
∠R = ∠C
Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC
ΔPQR ~ ΔBAC

Slide 17 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q = ∠A
∠R = ∠C
ΔPQR ~ ΔBAC
ΔPQR ~ ΔB

Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC

Slide 18 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q = ∠A
∠R = ∠C
ΔPQR ~ ΔBAC
ΔPQR ~ ΔB
ΔPQR ~ ΔBA
Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC

Slide 19 - Diapositive

∠P = ∠B
∠Q = ∠A
∠R = ∠C
ΔPQR ~ ΔBAC
ΔPQR ~ ΔB
ΔPQR ~ ΔBA
ΔPQR ~ ΔBAC
Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC

Slide 20 - Diapositive

Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC
ΔPQR ~ ΔBAC

Slide 21 - Diapositive

Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC
ΔPQR ~ ΔBAC

Zijde BA is een vergroting van PQ

Slide 22 - Diapositive

Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC
ΔPQR ~ ΔBAC

Zijde AC is een vergroting van QP

Slide 23 - Diapositive

Driehoek PQR is gelijkvormig met driehoek BAC
ΔPQR ~ ΔBAC

Zijde BC is een vergroting van PR

Slide 24 - Diapositive

1. Welke hoeken zijn gelijk aan elkaar (overeenkomstige hoeken)?
2. Vul in :
Zijde DE is een vergroting van zijde ...
Zijde EF is een vergroting van zijde ...
3. Vul in: ΔACB ~ ........


.
.
x
x
- Maak deze vragen individueel.
- 5 minuten
- Eerder klaar? Maak een begin aan je huiswerk opdr. 56 op blz. 83

timer
5:00

Slide 25 - Diapositive

1. Welke hoeken zijn gelijk aan elkaar?
(overeenkomstige hoeken)
2. Vul in :
Zijde DE is een vergroting van zijde ...
Zijde EF is een vergroting van zijde ...
3. Vul in: ΔACB ~ ........


.
.
x
x

Slide 26 - Diapositive

1. Welke hoeken zijn gelijk aan elkaar?
(overeenkomstige hoeken)
2. Vul in :
Zijde DE is een vergroting van zijde ...
Zijde EF is een vergroting van zijde ...
3. Vul in: ΔACB ~ ........


.
.
x
x
∠A = ∠D
∠C = ∠E
∠B = ∠F

Slide 27 - Diapositive

1. Welke hoeken zijn gelijk aan elkaar?
(overeenkomstige hoeken)
2. Vul in :
Zijde DE is een vergroting van zijde ...
Zijde EF is een vergroting van zijde ...
3. Vul in: ΔACB ~ ........


.
.
x
x
∠A = ∠D
∠C = ∠E
∠B = ∠F

Slide 28 - Diapositive

1. Welke hoeken zijn gelijk aan elkaar?
(overeenkomstige hoeken)
2. Vul in :
Zijde DE is een vergroting van zijde AC
Zijde EF is een vergroting van zijde BC
3. Vul in: ΔACB ~ ........


.
.
x
x
∠A = ∠D
∠C = ∠E
∠B = ∠F

Slide 29 - Diapositive

1. Welke hoeken zijn gelijk aan elkaar?
(overeenkomstige hoeken)
2. Vul in :
Zijde DE is een vergroting van zijde AC
Zijde EF is een vergroting van zijde BC
3. Vul in: ΔACB ~ ........


.
.
x
x
∠A = ∠D
∠C = ∠E
∠B = ∠F

Slide 30 - Diapositive

1. Welke hoeken zijn gelijk aan elkaar?
(overeenkomstige hoeken)
2. Vul in :
Zijde DE is een vergroting van zijde AC
Zijde EF is een vergroting van zijde BC
3. Vul in: ΔACB ~ ΔDEF


.
.
x
x
∠A = ∠D
∠C = ∠E
∠B = ∠F

Slide 31 - Diapositive

Hoe gaan we deze kennis toepassen?

Slide 32 - Diapositive

Hoe gaan we deze kennis toepassen?

Slide 33 - Diapositive

STAP 1:
- Zijn deze driehoeken gelijkvormig?
- Wat zijn de overeenkomstige hoeken?

Slide 34 - Diapositive

STAP 1:
- Zijn deze driehoeken gelijkvormig?
- Wat zijn de overeenkomstige hoeken?
Ja, de driehoek heeft 3 overeenkomstige hoeken.


Slide 35 - Diapositive

STAP 1:
- Zijn deze driehoeken gelijkvormig?
- Wat zijn de overeenkomstige hoeken?
Ja, de driehoek heeft 3 overeenkomstige hoeken.

∠A = ∠Q (beide rechte hoeken)
∠B = ∠R (beide een stip)
∠C = ∠P 

Slide 36 - Diapositive

STAP 1:
- Zijn deze driehoeken gelijkvormig?
- Wat zijn de overeenkomstige hoeken?
Ja, de driehoek heeft 3 overeenkomstige hoeken.

∠A = ∠Q (beide rechte hoeken)
∠B = ∠R (beide een stip)
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP

Slide 37 - Diapositive

STAP 2:
- Zet de zijdes van de driehoeken in een 
verhoudingstabel. De kleinste driehoek moet boven.
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP

Slide 38 - Diapositive

STAP 2:
- Zet de zijdes van de driehoeken in een 
verhoudingstabel. De kleinste driehoek moet boven.
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP
ΔABC

Slide 39 - Diapositive

STAP 2:
- Zet de zijdes van de driehoeken in een 
verhoudingstabel. De kleinste driehoek moet boven.
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR=      RP=       QP=
ΔABC     AB=      BC=       AC=

Slide 40 - Diapositive

STAP 3:
- Vul in wat je weet.
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR=      RP=       QP= 
ΔABC     AB=      BC=       AC= 

Slide 41 - Diapositive

STAP 3:
Vul in wat je weet.
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= ?   RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30

Slide 42 - Diapositive

STAP 4:
Bereken de vergrotingsfactor
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= ?   RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30

Slide 43 - Diapositive

STAP 4:
Bereken de vergrotingsfactor
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= ?   RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 44 - Diapositive

STAP 4:
Bereken de vergrotingsfactor
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= ?   RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Vergrotingsfactor = grote driehoek : kleine driehoek

Slide 45 - Diapositive

STAP 4:
Bereken de vergrotingsfactor
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= ?   RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
Vergrotingsfactor = grote driehoek : kleine driehoek

Vergrotingsfactor = 30 : 15
= 2

Slide 46 - Diapositive

STAP 5:
Reken de ontbrekende zijdes uit
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= ?   RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30
Vergrotingsfactor = 2

Slide 47 - Diapositive

STAP 5:
Reken de ontbrekende zijdes uit
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= ?   RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30
Vergrotingsfactor = 2
QR = AB : 2



Slide 48 - Diapositive

STAP 5:
Reken de ontbrekende zijdes uit
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR=20 RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30
Vergrotingsfactor = 2
QR = AB : 2
QR = 40 : 2 = 20


Slide 49 - Diapositive

STAP 5:
Reken de ontbrekende zijdes uit
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= 20 RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= ?   AC= 30
Vergrotingsfactor = 2
QR = AB : 2
QR = 40 : 2 = 20
BC = RP x 2


Slide 50 - Diapositive

STAP 5:
Reken de ontbrekende zijdes uit
∠A = ∠Q
∠B = ∠R 
∠C = ∠P 
dus ΔABC ~ ΔQRP
ΔQRP    QR= 20 RP= 25  QP= 15
ΔABC     AB=40 BC= 50  AC= 30
Vergrotingsfactor = 2
QR = AB : 2
QR = 40 : 2 = 20
BC = RP x 2
BC = 25 x 2 = 50


Slide 51 - Diapositive

Aan de slag
Basis -> Gemengde opgaven 

Kader -> 6.5 Gelijkvormige driehoeken

Slide 52 - Diapositive

Eind!
Dankjewel! Tot zo meteen voor rekenen!

Slide 53 - Diapositive