Les 13 Een stroomkring maken HAVO

Een stroomkring maken
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Een stroomkring maken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4.1 Een stroomkring maken
Lesdoelen:
Je kan aangeven wat er nodig is voor een stroomkring.
Je weet wat geleiders en isolatoren zijn.
Je kan een ampèremeter juist aflezen.
Je weet hoe een LED lamp werkt.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Electriciteit

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij)
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is stroom?
Het verplaatsen van lading in een geleider

"Wat is wind?": verplaatsen van lucht

Slide 8 - Diapositive

Je kan de effecten zien, niet de wind of de stroom zelf.

Staat er een muur in de weg? dan gaat de wind er niet doorheen.

Stroom beweegt enkel door geleiders
Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische stroom door. 
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schakelaar

Slide 11 - Diapositive

Openen en sluiten van een stroomkring
Glas geleidt elektriciteit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ijzer geleidt elektriciteit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige stoffen geleiden elektriciteit slecht. Het zijn isolatoren.
Welke twee stoffen zijn isolatoren?

A
Glas en rubber
B
Glas en lood
C
Aluminium en lood
D
Aluminium en rubber

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De stroomsterkte meten

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stroomsterkte meet je met een ampèremeter of stroommeter.

Grootheid:  Stroomsterkte, symbool I

Eenheid: ampère waarvoor je de letter A gebruikt

Voorbeeld: 0,250 A of 250 mA


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenvragen
Neem over en reken om:

30 A =..........mA
562 mA =.....A
0,2 mA = .........A

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de stroommeter af

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de stroommeter af

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?
A
4 A
B
4 V
C
0,4 A
D
0,4 I

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Lien

Opdracht:
maak een stroomkring met een lampje, een batterij en een schakelaar en doe het lampje aan en uit
Afsluiting
Wat is er nodig is voor een stroomkring?
Wat zijn geleiders en isolatoren? Voorbeelden?
Hoe lees je een ampèremeter af?
Hoe werkt een LED lamp?

Lees paragraaf 4.1, inclusief de extra stof en maak: 
opdracht 1 t/m 12

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions