Voortplanting

Wat is voortplanting?
timer
1:00
A
2 mensen die seks hebben met elkaar
B
2 organismen die zorgen voor nakomelingen
C
2 mensen die zorgen voor een kind
1 / 22
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat is voortplanting?
timer
1:00
A
2 mensen die seks hebben met elkaar
B
2 organismen die zorgen voor nakomelingen
C
2 mensen die zorgen voor een kind

Slide 1 - Quiz

Wanneer kunnen 2 organismen zich voortplanten?
timer
1:00
A
dezelfde soort, zelfde geslacht
B
verschillende soort, zelfde geslacht
C
dezelfde soort, verschillend geslacht
D
verschillende soort, verschillend geslacht

Slide 2 - Quiz

Nakomelingen uit verschillende soorten zijn ...
timer
1:00
A
onvruchtbaar
B
vruchtbaar

Slide 3 - Quiz

Geslachtelijke voortplanting komt voor bij ...
timer
1:00
A
planten
B
planten en dieren
C
dieren

Slide 4 - Quiz

Ongeslachtelijke voortplanting komt voor bij ...
timer
1:00
A
planten
B
planten en dieren
C
dieren

Slide 5 - Quiz

Bij een geslachtelijke voortplanting heb je enkel een...
timer
1:00
A
een zaadcel nodig
B
eicel nodig
C
zaadcel en een eicel nodig
D
deel van de moederplant nodig

Slide 6 - Quiz

Bij een ongeslachtelijke voortplanting heb je enkel een...
timer
1:00
A
een zaadcel nodig
B
eicel nodig
C
zaadcel en een eicel nodig
D
deel van de moederplant nodig

Slide 7 - Quiz

Seksuele voortplanting (= geslachtelijke voortplanting) komt enkel voor bij dieren en mensen.
timer
1:00
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Ongeslachtelijke voortplanting = aseksuele voortplanting
timer
1:00
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Geslachtelijke voortplanting kan zorgen voor ...
timer
1:00
A
dat alle nakomelingen genetisch identiek zijn
B
genetische diversiteit

Slide 10 - Quiz

Een kloon is een vorm van ...
timer
1:00
A
aseksuele voortplanting
B
seksuele voortplanting

Slide 11 - Quiz

Vormt vrouwelijke voortplantingscellen en groeit na bevruchting uit tot een vrucht met zaden.
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden

Slide 12 - Quiz

Lokt insecten en beschermt de voortplantingsorganen.
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden

Slide 13 - Quiz

Vormen stuifmeel met mannelijke voortplantingscellen (zaadcellen)
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden

Slide 14 - Quiz

Beschermt de andere bloemdelen voor de bloem zich opent.
timer
1:00
A
kelkbladeren
B
kroonbladeren
C
stamper
D
meeldraden

Slide 15 - Quiz

Er groeien uit de stuifmeelkorrels buisjes richting de zaadbeginsels. Via die stuifmeelbuis raakt de zaadcelkern tot bij de eicel. De zaadcel versmelt met de eicel en vormt een bevruchte cel. Dat is ...
timer
1:00
A
bestuiving
B
bevruchting

Slide 16 - Quiz

Bestuiving is het versmelten van zaadcel en eicel
timer
1:00
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Bestuiving vindt plaats door ...
timer
1:00
A
insecten en wind
B
insecten
C
wind
D
regen

Slide 18 - Quiz

Welke soorten bestuiving bestaan er?
timer
1:00
A
kruisbestuiving en zelfbestuiving
B
kruisbestuiving en buurbestuiving
C
kruisbestuiving en zelfbestuiving en buurbestuiving
D
zelfbestuiving en buurbestuiving

Slide 19 - Quiz

Zelfbestuiving: stuifmeel bloem op eigen stamper
(LLN  tikken met handen op eigen hoofd)
Buurbestuiving: stuifmeel komt terecht op de stamper van een andere bloem (zelfde plant)
(LLN staan in duo en tikken op elkaars hoofd-
Kruisbestuiving: stuifmeel komt terecht op de stamper van een andere bloem (andere plant, maar zelfde soort)
(LK gaat rond als bij van ene leerling naar de andere en tikt op het hoofd.

Slide 20 - Diapositive

Stekken is een vorm van ...
timer
1:00
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting

Slide 21 - Quiz

Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht voor de bevruchting
timer
1:00
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz