Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
H16 Kracht en Beweging
§4 Kracht en Arbeid
Eerst lezen we §16.4 door
Slide 1 - Diapositive
Energie om te bewegen
chemische energie
elektrisch energie
zwaarte-energie
Slide 2 - Diapositive
Arbeid
Arbeid = Inspanning die nodig is om een voorwerp een bepaalde afstand te verplaatsen.
- meer Arbeid = meer Energie
W = Arbeid (Nm)
F= kracht (N)
s = afstand (m)
W=F⋅s
Slide 3 - Diapositive
Voorbeeld
Gegeven: een voorwerp wordt over een afstand van 5 meter met een kracht van 8N verplaatst.
Bereken de arbeid die daarvoor nodig is.
Slide 4 - Diapositive
Gegeven: een voorwerp wordt over een afstand van 5 meter met een kracht van 8N verplaatst. Bereken de arbeid die daarvoor nodig is.
Slide 5 - Question ouverte
Antwoord
Gegeven: Oplossing:
F = 8 N
s = 5 m
Gevraagd:
W (Nm)
W=F⋅s
W=8⋅5=40Nm
Slide 6 - Diapositive
afstand
massa
snelheid
kracht
arbeid
energie
J
E
Nm
W
N
F
m/s
v
kg
km
m
s
Slide 7 - Question de remorquage
Arbeid bereken ik met de formule:
Bewegingsenergie bereken ik met de formule:
Zwaarte-energie bereken ik met de formule:
Ez = m · g · h
Ek = ½ · m · v²
W = F · s
Slide 8 - Question de remorquage
Hoe lang moet je de pijl van de trekkracht tekenen, als er gegeven is dat: Trekkracht = 52 N en schaal 1cm ≙ 10N
A
5,2 cm
B
52 cm
C
1,9 cm
D
19 cm
Slide 9 - Quiz
Een stoel met een massa van 5kg wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een kracht van 180N nodig. Bereken de arbeid die nodig is om de stoel 2m te verschuiven
A
50 J
B
50Nm
C
360Nm
D
4500Nm
Slide 10 - Quiz
Antwoord
Gegeven: Oplossing:
m = 5 kg
F = 180 N
s = 2 m
Gevraag:
W (Nm)
W=F⋅s
W=180⋅2=360Nm
Slide 11 - Diapositive
Een baksteen 2,5kg ligt op een bouwsteiger op een hoogte van 3,2m. Bereken de zwaarte-energie van de baksteen.
A
80J
B
25,6J
C
20J
D
te weinig gegevens
Slide 12 - Quiz
Antwoord
Gegeven: Oplossing:
m = 2,5 kg
h = 3,2 m
Gevraag:
Ez (J)
Ez=m⋅g⋅h
Ez=2,5⋅10⋅3,2=80J
Slide 13 - Diapositive
Baksteen 2,5kg ligt op een bouwsteiger op een hoogte van 3,2m. De baksteen valt naar beneden. Bereken de snelheid waarmee de steen de grond raakt. E(z) wordt omgezet in E(k)
A
80m/s
B
8m/s
C
64m/s
D
4m/s
Slide 14 - Quiz
Antwoord
Gegeven: Oplossing:
Ez = 80J
Gevraagd:
ve (m/s)
Ek=Ez=80J
Ek=21⋅m⋅v2
80=21⋅2,5⋅v2
80=1,25⋅v2
v2=1,2580=64
v=√64=8sm
Slide 15 - Diapositive
Bij het gewichtheffen lukt het een deelnemer om een gewicht van 200 kg boven zijn hoofd te krijgen op 2,2m hoogte. Bereken de arbeid die daar voor nodig is.