Engles unit 6 deel 2

Vertaal deze woorden in het engels: platteland, buurman/vrouw, bergen, donder, krant
1 / 28
suivant
Slide 1: Question ouverte
BasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vertaal deze woorden in het engels: platteland, buurman/vrouw, bergen, donder, krant

Slide 1 - Question ouverte

vertaal deze woorden in het nederlands: traffic jam, zebra crossing, hike, farm, cottage

Slide 2 - Question ouverte

What do you know about Outdoors?

Slide 3 - Carte mentale

Sentences

What is the weather like today?= Hoe is het weer vandaag?

Today it is sunny and warm.= Vandaag is het zonnig en warm.

What will the weather be like tomorrow?= Hoe wordt het weer morgen?

Tomorrow it will be raining.= Morgen gaat het regenen.

Slide 4 - Diapositive

Hoe vraag je wat voor weer het is vandaag?
A
What is the weather like yesterday?
B
What is the weather like today?
C
What is the weather like tomorrow?
D
What is the weather like next year?

Slide 5 - Quiz

Quiz!

Slide 6 - Diapositive

wat is armband in het engels?
A
beard
B
shoelace
C
bracelet
D
braces

Slide 7 - Quiz

wat is een tracksuit?
A
een pak/ kostuum
B
joggingbroek
C
korte broek
D
trainingspak

Slide 8 - Quiz

wat zijn gevoelens?
A
scared, sad, slim
B
sad, calm, angry
C
happy, scared, angry
D
slim, scared, happy

Slide 9 - Quiz

wat zijn kledingstukken?
A
gloves, tanned, trainers
B
suit, shirt, jacket
C
hat, tight, tie
D
shoelace, belt, button

Slide 10 - Quiz

wat zijn winkels?
A
butcher's, chemist's, toy shop, stationer's
B
shopping centre, stationer's, to fit
C
bargain, discount, free, queue
D
dairy, toy shop, bragain, article

Slide 11 - Quiz

wat is een queue?
A
kledingzaak
B
bonnetje
C
verkopen
D
rij

Slide 12 - Quiz

I want to .............
(betalen met credit card)
A
pay cash
B
pay with credit card
C
betalen met credit card
D
pay by credit card

Slide 13 - Quiz

Hoe laat is het?
A
It's half past four
B
It's a quarter na four
C
It's a quarter before four
D
It's for a clock

Slide 14 - Quiz

gisteren, vandaag, morgen
A
Tomorrow, today, yesterday
B
yesterday, tomorrow, today
C
today, tomorrow, yesterday
D
yesterday, today, tomorrow

Slide 15 - Quiz

What is arts and crafts?
A
handenarbeid
B
biologie
C
drama
D
raften

Slide 16 - Quiz

noordelijk, oostelijk, westelijk, zuidelijk
A
northern, eastern, Southern, western
B
northern, eastern, western, southern
C
Southern, northern, western, eatern
D
western, northern, eatern, southern

Slide 17 - Quiz

wat is valid?
A
paspoort
B
bus
C
geldig
D
terugkeren

Slide 18 - Quiz

wat zijn schoolvakken?
A
English, Chef, Education, Biology
B
Education, French, History, Science
C
PE-Physical, Chemistry, History, Maths
D
Fashion designer, Subject, Test, Study

Slide 19 - Quiz

Wat is een topic?
A
Een schoolvak
B
Een toets
C
Een hoofdstuk
D
Een onderwerp

Slide 20 - Quiz

Zet ze op volgorde
A
better, best, good
B
good, better, best
C
bester, good, best
D
good, better, bester

Slide 21 - Quiz

Wat zie je in de natuur?
A
forest, bush, beach, river
B
bush, farm, lake, picnic
C
beach, path, cottage, island
D
Island, farm, lake, forest

Slide 22 - Quiz

Welke zijn juist?
A
a dog an canoe
B
a horse an ape
C
an Rainbow an hour
D
a dance a hour

Slide 23 - Quiz

wat is een parcel?
A
een perceel
B
gratis
C
voorzichtig
D
pakje

Slide 24 - Quiz

wat is een refund
A
duur
B
geld terug
C
contant betalen
D
bestellen

Slide 25 - Quiz

wat is spotted?
A
aantrekken
B
mager
C
gestippeld
D
schoenveter

Slide 26 - Quiz

wat is het leukste dat je met engels hebt gedaan dit jaar?

Slide 27 - Carte mentale


Dit was de laatste engelse les van dit jaar. Ik hoop dat je veel geleerd hebt afgelopen jaar!

Slide 28 - Diapositive