4.8 Spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

• Oefenen met ww.-spelling
• Oefenen met bijvoeglijke naamwoorden
• Quiz

Eindtoets spelling (H1 t/m 5): maandag 20 maart

Goedemorgen

klas 3KZ

4.8 Spelling - blz. 147

opdracht 1: zoek de fout

20 maart: toets Spelling H1 t/m 5

Is het een PV?

________________________________

T.T.

STAM                  - vind 

STAM + T           - vindt

Je kunt ook 'lopen' invullen.

V.T.

STAM + TE(N) - fietste, haatte

STAM + DE(N) - breide, leidde

Bij twijfel: 't kofschip gebruiken

Is het een voltooid deelwoord?

________________________________

1. zoek het hele werkwoord
2. Haal -EN eraf.
3. Zit de laatste letter in

 't kofschip?

                              >>> T

                              >>> D

Er is iets gebeurd.

Aan de slag

opdracht 2 blz. 148

Niet meer dan 5 fouten? 

Dan mag je opdr 3 en 4 overslaan.

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 

Bijvoorbeeld:

de rode schoen, het lange haar, een groot raam.

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

 Zegt van welk materiaal het zelfstandig naamwoord

gemaakt is. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt op -en.

• De ring is van goud. Het is een gouden ring.

• De broek is van katoen. Het is een katoenen broek.

Geen natuurlijk materiaal is

zonder -EN

 

• De tas is van plastic. Het is een plastic tas.
  
• Het shirt is van nylon. Het is een nylon shirt.
• Het dekbed is van polyester. Het polyester dekbed.

Zo kort mogelijk

            Je schrijft een BN zo kort mogelijk:

De gehate man

De verlichte grot

Het gestrande schip

Laatste opdracht

opdracht 6 blz. 150

QUIZ OVER WERKWOORDSSPELLING

https: