werkwoordspelling 5

Wanneer gebruik ik de bovenste helft van mijn denkstappenkaart?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wanneer gebruik ik de bovenste helft van mijn denkstappenkaart?

Slide 1 - Question ouverte

accepteren
Mijn oom heeft het aanbod ....
A
geaccepteerd
B
accepteren
C
accepteerd
D
geaccepteert

Slide 2 - Quiz

beloven
Pieter .... me straks te helpen.
A
beloofd
B
belooft
C
beloofde
D
beloven

Slide 3 - Quiz

onderstrepen
Je moet het .... woord nog eens lezen.
A
onderstrepen
B
onderstreepten
C
onderstreepte
D
ondergestreepte

Slide 4 - Quiz

demonstreren
Gisteren ... wij voor een hoger loon.
A
demonstreerde
B
demonstreerden
C
gedmonstreerde
D
demonstreren

Slide 5 - Quiz

grazen
De koeien ... vorige week in die wei.
A
graasde
B
grazen
C
graas
D
graasden

Slide 6 - Quiz

proeven
Heb jij al van de slagroom ....?
A
geproeft
B
geproeven
C
geproefd
D
geproef

Slide 7 - Quiz

glimlachen (v.t.)
Ik ... voor de foto.
A
glimlachte
B
glimlach
C
glimlachde
D
geglimlacht

Slide 8 - Quiz

herstellen (t.t.)
De naaister ... de jurk.
A
herstellen
B
herstelde
C
herstelt
D
herstellen

Slide 9 - Quiz

schaven
... jij die plank nu?
A
schaven
B
schaafde
C
schaaft
D
schaaf

Slide 10 - Quiz

plonzen (t.t.)
Het meisje ... in het water.
A
plonst
B
plonsde
C
plons
D
plonzen

Slide 11 - Quiz

aanraken (v.t.)
Het kind ... mij zachtjes ...
A
raakten aan
B
aan raakte
C
raak aan
D
raakte aan

Slide 12 - Quiz

verhuizen
Vorige week zijn wij ....
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuizen
D
verhuisden

Slide 13 - Quiz