3H - les 31 voorzetsels

Programa
  1. Leemos
  2. Controlar los deberes
  3. Voorzetsels
  4. Deberes
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programa
  1. Leemos
  2. Controlar los deberes
  3. Voorzetsels
  4. Deberes

Slide 1 - Diapositive

Leemos SUAVEMENTE
  1. Werkblad
  2. Opdrachten achterin
  3. Deadline = 20 januari
timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Controlamos los deberes
Hacer: ejercicios 26-28 (EB pag. 82 - 83)
Estudiar: voca 6.1
Estudiar: voorzetsels

Slide 3 - Diapositive

DE
EN
A
CON
POR
PARA
MET
IN / MET DE
UIT/ VAN / MET
VOOR IETS OF IEMAND
NAAR
DOOR, PER, OVER; BIJ DAGDELEN/ OORZAKEN/ VERVANGING

Slide 4 - Question de remorquage

Welk voorzetsels? A , DE, CON , EN , POR of PARA ?

ESTE VERANO VAMOS ____ VISITAR ESPAÑA.

Slide 5 - Question ouverte

Welk voorzetsels? A , DE, CON , EN , POR of PARA

LOS FINES DE SEMANA ESTUDIAMOS ____ LA BIBLIOTECA.

Slide 6 - Question ouverte

Welk voorzetsels? A , DE, CON , EN , POR of PARA ?

VOY____LA PISCINA ____MI HERMANO.
(zet je antwoorden onder elkaar)

Slide 7 - Question ouverte

Welk voorzetsels? A , DE, CON , EN , POR of PARA ?

ESE COCHE ROJO QUE ESTÁ AHÍ, ES____ SU MADRE.

Slide 8 - Question ouverte

Voorzetsels
  1. Welke voorzetsels zijn er?
  2. Met welk werkwoord gaat een voorzetsel samen? Bijvoorbeeld: SER en ESTAR
  3. Welk voorzetsel gebruik ik bij voertuigen?

Hacer: ejercicio 29 (EB pag. 83)


Slide 9 - Diapositive

Zinnen vertalen  (voca U5 & U6)
1. De jurk en de tas zijn mooi. 
2. Ik ga winkelen in de hoofdstad van Nederland. 
3. Wij maken vandaag een wandeling naar de ontmoetingsplek.
4. Ik hou niet van dure dingen. 
5. Hoe laat is het? Het is vijf voor negen 's morgens
6.Het is een reclame voor de modeshow. 


Slide 10 - Diapositive

Zinnen antwoorden
1. De jurk en de tas zijn mooi.                                               
El vestido y el bolso son bonitos.
2. Ik ga winkelen in de hoofdstad van Nederland.       
Voy a ir de compras en la capital de Holanda.
3. Wij maken vandaag een wandeling naar de ontmoetingsplek.
(Hoy) Damos un paseo al punto de encuentro hoy.
4. Ik hou niet van dure dingen. 
  No me gustan las cosas caras.
5. Hoe laat is het? Het is vijf voor negen 's morgens
¿Qué hora es? Son las nueve menos cinco de la mañana.
6.Het is een reclame voor de modeshow. 
 Es un anuncio para la pasarela

Slide 11 - Diapositive

Quizlet
Voca 6.1 & 6.2

Voorzetsels

Slide 12 - Diapositive

Deberes
Leren: voca 6.1 en 6.2
Leren: getallen + voorzetsels + aanwijzende vnw

Slide 13 - Diapositive