(1hv) H6 de invloed van de golfstroom paragraaf 1

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 1 blz. 88 de gematigde zone + B44,B48,49,B53,B54
  • maken opdracht 1,2,4,5,6,7 paragraaf 1 blz.: 93
  • Nabespreken paragraaf 1
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa
  • in welke luchtstreken Europa ligt
  • wat de invloed van de golfstroom is op de temperatuur in Europa
  • wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

  • Introductie
  • Uitleg paragraaf 1 blz. 88 de gematigde zone + B44,B48,49,B53,B54
  • maken opdracht 1,2,4,5,6,7 paragraaf 1 blz.: 93
  • Nabespreken paragraaf 1
Aan het einde van de les kan/weet je:
  • wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa
  • in welke luchtstreken Europa ligt
  • wat de invloed van de golfstroom is op de temperatuur in Europa
  • wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

aantekeningen

Slide 3 - Diapositive

In welke luchtstreek ligt Europa?
A
Tropische luchtstreek
B
Droge luchtstreek
C
Gematigde luchtstreek
D
Koude luchtstreek

Slide 4 - Quiz

Europa ligt in de gematigde zone -> wat houdt dat in?
  • niet heel warm, niet heel koud
  • op hoge breedte is het kouder dan op lage breedte
  • Zuid-Europa ligt in de subtropen -> het ligt dicht bij de tropische zone, warm!
  • groot deel van Noord-Europa ligt boven de poolcirkel, koud!


Binnen de gematigde zone zijn dus grote temperatuurverschillen => breedteligging bepaalt de temperauur.

Slide 5 - Diapositive

Gematigde zone
Niet te heet en niet te koud.
(zie achtergrond Dinsey film: Monsters University als voorbeeld)

Slide 6 - Diapositive

Subtropen
Temperaturen in zuid Europa zijn een stuk hoger dan de rest van de gematigde zone. (zie achtergrond Dinsey film: hercules als voorbeeld)

Slide 7 - Diapositive

Poolstreken
Zelfs zomers te koud voor bomen om te goeien. 
(zie kleine afbeelding Dinsney film: Happy feet als voorbeeld)

Slide 8 - Diapositive

Noord-Europa
Zuid-Europa
Midden-Europa
Subtropen
Poolstreken
Gemiddelde temperaturen

Slide 9 - Question de remorquage

Luchtstreken
Temperatuurzone op aarde.
Tropen 
Gematigde zone
Poolstreken

Slide 10 - Diapositive

  • tropen / tropische zone
  • altijd warm
  • tussen de 23½⁰ N.B. en Z.B. 
  • tussen de keerkringen
  • gematigde zone
  • niet te warm, niet te koud
  • tussen de 23½⁰ en 66 ½⁰ N.B. en Z.B.
  • hier komt de subtropen voor
  • poolstreken / polaire zone
  • altijd koud
  • vanaf 66 ½⁰ N.B. en Z.B.
  • poolcirkels

Slide 11 - Diapositive

  • deze manier van luchtstreken laten zien is realistischer (echter)
  • gebieden met dezelfde temperatuur lopen nooit precies langs een rechte lijn

Slide 12 - Diapositive

Verschillen binnen de luchstreek
  • Komt door verschil in breedteligging
  • Lage breedte - Warm
  • Hoge breedte - Koud

Slide 13 - Diapositive

Lage breedte en hoge breedte
Oorzaak 1: loodrechte zonnestralen (A) verwarmen kleiner oppervlak dan schuine zonnestralen (B)
Oorzaak 2: loodrechte zonnestralen kortere weg door dampkring 

Slide 14 - Diapositive

seizoenen
De aarde maakt:in één jaar een baan rond de zon- in één dag een baan rond de aardas de aardas staat scheef juni: zomer noordelijk halfrond door loodrechte zonnestralen december: zomer zuidelijk halfrond door  loodrechte zonnestralen
• In een jaar beweegt de zon tussen de 23½⁰ N.B. en Z.B.  keerkringen
de aarde maakt:
  • in één jaar een baan rond de zon
  • in één dag een baan rond de aardas
de aardas staat scheef
  • juni: zomer noordelijk halfrond door loodrechte zonnestralen
  • december: zomer zuidelijk halfrond door loodrechte zonnestralen
  • In een jaar beweegt de zon tussen de 23½⁰ N.B. en Z.B. de keerkringen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Je ziet de weerkaart van Scandinavie in februari 
Opdracht in tweetallen:
  • Vergelijk de temperatuur tussen de plaatsen Kuusamo in Finland en Mo i Rana in Noorwegen. Er is een verschil in temperatuur terwijl deze plaatsen wel op dezelfde breedte liggen.
  • Hoe komt dat denk je?
  • Kom je er niet uit, zoek dan informatie in je boek of op internet.
  • Geef je antwoord door in de volgende vraag!

Slide 17 - Diapositive

Invloed warme Golfstroom in Europa: deze warme zeestroom zorgt ervoor dat warme lucht via zee in Europa komt. Zo zie je dat de Golfstroom langs Noorwegen gaat.... en dat heeft gevolgen!
Een koude zeestroom stroomt langs de kust van Canada. Dit zorgt voor koude lucht in dit gebied...
Wind en zeestromen kunnen zorgen voor temperatuurverschil tussen plaatsen die op dezelfde breedteligging liggen

Slide 18 - Diapositive

Invloed van zeestromen op de temperatuur
  • Zeestromen brengen warm water naar gebieden waar het kouder is.
  • Zeestromen brengen koud water naar gebieden waar het warmer is.

De warme Golfstroom brengt warm water vanaf de Golf van Mexico naar de westkust van Europa -> ook Nederland heeft hier profijt van.

=> Het warme water van de Golfstroom zorgt er voor dat het aan de westkust van Europa nooit heel erg koud is.


Slide 19 - Diapositive

Invloed van de wind op de temperatuur
  • Zomer: zeewater warmt langzaam op -> de wind is daardoor koel -> aan de kust is het daardoor koeler dan in het binnenland.
  • Winter: zeewater koelt langzaam af -> de wind is niet zo koud -> aan de kust is het daardoor warmer dan in het binnenland.
  • wind van zee naar land = aanlandige wind
  • wind van land naar zee = aflandige wind


Slide 20 - Diapositive

Samengevat:

  • Zeestromen hebben invloed op de temperatuur
  • Wind heeft invloed op de temperatuur
  • Breedteligging heeft invloed op de tempertuur


Slide 21 - Diapositive

Poolnacht en midzomernacht
Plaatsen rond de poolcirkel hebben te maken met lange periodes dat het donker is of juist altijd licht.
In de winter komt de zon (bijna) niet op: poolnacht (nov.-jan.)
In de zomer gaat de zon (bijna) niet onder: midzomernacht (mei-juli)

In de zomer kun je een bijzonder verschijnsel zien: Het Noorderlicht. In het volgende filmpje wordt dit uitgelegd...

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

zelfstandig werken
lezen paragraaf 1 de golfstroom + B44,B48,B49,B53,B54
maken opdracht 1,2,4,5,6,7 paragraaf 1 H6
gebruik hierbij:
 leerboek blz. 98/99
werkboek blz. 107,108,109
atlas vraag = google maps
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

Slide 24 - Diapositive

Het grootste deel van Europa ligt in...
A
De tropische zone
B
De gematigde zone
C
De poolstreek
D
De subtropen

Slide 25 - Quiz

Zuid Europa ligt in de...
A
Tropen
B
Subtropen
C
Gematigde tropen
D
Poolstreek

Slide 26 - Quiz

Als iets dicht bij de evenaar ligt dan noem je dat...
A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 27 - Quiz

Een koude streek noem je de...
A
Poolstreek
B
Noordpool
C
Polaire zone
D
Scandinavië

Slide 28 - Quiz

Waardoor is het op hoge breedte kouder dan op lage breedte?
A
Door de schuine instralend van de zon
B
Door de schuine instralend van de zon en de korte afstand
C
Schuine instralend van zon en lange afstand door de dampkring
D
Zonnestralen moeten een lange weg afleggen door de dampkring

Slide 29 - Quiz

Breedteligging en temperatuur hebben niks met elkaar te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Hoe lager de breedteligging van ee plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

De Golfstroom komt vanuit het
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 32 - Quiz

Aflandige wind in de winter is warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

De overheersende windrichting in Nederland is
A
Noordenwind
B
Westenwind
C
Zuidenwind
D
Oostenwind

Slide 34 - Quiz

Aanlandige wind in Nederland is westenwind
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 35 - Quiz

Het noorden van Noorwegen ligt boven de poolcirkel, het is daar nooit heel erg koud.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 36 - Quiz

Midzomernacht betekent dat het dag en nacht donker blijft.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 37 - Quiz

In de poolnacht wordt het overdag niet licht.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 38 - Quiz

Poolnacht en midzomernacht bestaan niet op het zuidelijk halfrond.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 39 - Quiz

Zomer in Nederland: verschil in temperatuur -> welk verschil zie je? -> hoe komt dat?
Winter in Nederland: verschil in temperatuur -> welk verschil zie je? -> hoe komt dat?
opdracht
Werk in tweetallen
- verklaar het verschil in temperatuur binnen Nederland in de zomer
- verklaar het verschil in temperatuur binnen Nederland in de winter
Geef je antwoord in de volgende vraag.

Slide 40 - Diapositive

Legenda temperatuur:
-geel = warm
-groen = gematigd
-paars = koud
Opdracht
Je ziet op de kaart twee plaatsen aangegeven met een kruis: Nederland en de oostkust van Canada.
1- welk verschil zie je tussen beide plaatsen?
2- Bedenk hoe dit kan.
3- Geef je antwoord in de volgende vraag! Gebruik hierbij de woorden breedteligging, zeestroom en wind.

Slide 41 - Diapositive