1M Schritt 22 Unser Haus 5-4-2023

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Herzlich Willkommen

beim Deutschunterricht

Je kent de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.

Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden in een zin zetten.

Regels in de klas

Voor Duits heb je bij je: boek 2, laptop en etui

Gedrag in de klas: 

bij binnenkomst, Handy (mobiele telefoon) in de telefoontas. Oortjes uit.

Laptop en boek op tafel, alles nog dicht. Wacht op instructie. Je bent stil.

Zelfstandig werken: in stilte of samen fluisterend.

Afsluiting: terugblik en huiswerk

Lessonup

klascode

 sezvz

1M

MO

Als je naam verschijnt, kom naar het bureau.

Bezittelijk voornaamwoord

Startopdracht:

Vul het juiste bezittelijk voornaamwoord in:

(du) ___________ Handy sieht aber schlimm aus! 

(wir) ___________Hund liebt seinen Ball.

(er)__________Haus steht im Wald.

Nakijken oefening vorige keer

Schritt 22 Unser Haus

Aufgabe 1 A-B, Seite 61

Aufgabe 2 A-B-C, Seite 62

Duitse zinnen maken

vb NL: ik- hond - wandelen

vb D: ich - dem Hund - spazieren - mit

Een bezittelijk voornaamwoord: Welke letter wordt er toegevoegd bij vrouwelijke en meervoudswoorden?

1. geen
2. -e

Wat zijn de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?

1. ich, du, er, sie, es, wir, ihr, sie/Sie
2. mein(e), dein(e), sein(e), unsere(e), eure/euer, ihr(e), Ihr(e)
3. mich, dich, ihn, sie, uns, euch, sie/Sie
4. der, die, das, die

Vul het juiste woord in:
(ich) ______Katze heißt Monika.

Ik weet nu wat een bezittelijk voornaamwoord is

Ja

ja, maar kan ze nog niet toepassen

nee, maar kan ze wel toepassen

nee

Das Haus / dein Haus

Stempeln, bitte

Aufgabe A und B              Seite 67-68

In tweetallen.

Lees de opdracht goed door.

Rolverdeling.

Bespreek het plaatje.

Draai daarna de rollen om.

Duur: 2 x 4 minuten

Huiswerk voor 12 april

Maken: (machen)

Schritt 22 Unser Haus

Aufgabe 4, 5     Seite 64

Aufgabe 8          Seite 66

Foto-opdracht eigen kamer. Maak een foto van je slaapkamer en zet de Duitse woorden in je foto. (opdrachtbeschrijving in SOM).

Leren: (lernen)

Blau: Grammatik, bezittelijke voornaamwoorden Seite 60

Blau: Vokabeln (woordjes) Schritt 22 en 26   Seite 108

Auf Wiedersehen