Planten

Planten
van Gijs, Koen en Pepijn
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Planten
van Gijs, Koen en Pepijn

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Waarom geeft een plant zuurstof uit aan de omgeving
Planten hebben zuurstof nodig voor het verbranden van glucose. Ze maken zelf zuurstof door fotosynthese maar ze hebben niet al deze zuurstof nodig. De zuurstof die niet nodig is wordt uitgegeven aan de omgeving.

Slide 3 - Diapositive

Diffusie

Slide 4 - Diapositive

Hoe kan gaswisseling plaatsvinden door middel van diffusie
Groene bladcellen maken overdag veel zuurstof. Hierdoor is de zuurstofconcentratie in het blad hoger dan in de omgeving. Door diffusie (stoffen verspreiden zich gelijkmatig als er een verschil in concentratie van de stof is) vindt er gaswisseling plaats en wordt zuurstof via de huidmondjes van de plant afgegeven aan de omgeving

Slide 5 - Diapositive

Hoe vervoeren verschillende vaten stoffen door de plant  
Wortels nemen water en mineralen op en deze stoffen worden door de plant verspreid door vaatbundels (planten hebben twee soorten vaten: houtvaten en bastvaten). Dit is te vergelijken met het bloedvatenstelsel van een mens omdat in het bloedvatenstelsel ook stoffen worden vervoerd.    

Slide 6 - Diapositive

Noem twee manieren waarop een woestijnplant zorgt voor voldoende vocht
1. Vetplanten en cactussen hebben een vetlaagje aan de buitenkant dat voorkomt dat water verdampt.
2. De wortels van woestijnplanten zijn meestal lang en kunnen heel snel water opvangen.

Slide 7 - Diapositive

Waarom produceren planten zuurstof?
A
om te kunnen eten
B
omdat de mens moet ademen
C
om water te vervoeren in de plant
D
om glucose te kunnen verbranden

Slide 8 - Quiz

Wat is diffusie?
A
opgeloste stoffen verplaatsen zich in een stengel
B
stoffen verplaatsen zich van een plek met hoge concentratie naar een plek met weinig concentratie
C
de aanpassing van planten in de omgeving
D
het uitwisselen van zuurstof

Slide 9 - Quiz

Welke gassen gaan de plant in, en welke gassen geeft de plant weer af aan de omgeving?
A
in: zuurstof glucose uit: water koolstofdioxide
B
in: koolstofdioxide uit: zuurstof
C
in: water zuurstof uit: glucose koolstofdioxide
D
in: zuurstof uit: koolstofdioxide

Slide 10 - Quiz

Waarom zou je houtvaten kunnen vergelijken met slagaders (van de grote bloedsomloop) en
bastvaten met aders (van de grote bloedsomloop)?

Slide 11 - Question ouverte