Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H2.1 Soorten mengsels
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Stil lezen
10 Min Stil lezen H2.1 en/of opdrachten maken
Maken HAVO: 2 + 7 + 8 + 10(N) of 11 + 12
Maken VWO: 1 + 2 of 4 + 6 + 8(N) of 10(M) + 11
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
Instructie
We gaan kijken naar oplossingen - suspensies.
We gaan kijken naar emulsies - emulgator - tweelagensysteem
Slide 4 - Diapositive
Oplossing - Suspensie
Wat is de overeenkomst tussen bovenstaande plaatjes?
Je kunt er doorheen kijken => helder mengsel van een stof in een vloeistof
N.B.: Oplossingen kunnen ook een kleur hebben.
Slide 5 - Diapositive
Oplossing - Suspensie
Wat is de overeenkomst tussen bovenstaande plaatjes?
Je kunt er NIET doorheen kijken => ze zijn ondoorzichtig => Mengsel van een vaste stof in een vloeistof.
Suspensies kunnen alle kleuren hebben.
Slide 6 - Diapositive
Oplossing - Suspensie?
Oplossing/Suspensie?
Suspensie
Oplossing/suspensie?
Oplossing
Troebel: mengsel van een vaste stof in een vloeistof => Suspensie.
Een helder mengsel van een stof in een vloeistof => Oplossing.
Slide 7 - Diapositive
Emulsie - Emulgator - Tweelagensysteem
Wat moet je toevoegen aan een emulsie om een blijvende emulsie te krijgen?
Een emulgator.
Emulgator: Hulpstof om vet met water te kunnen mengen.
Emulsie: Troebel mengsel van twee vloeistoffen.
Tweelagensysteem: Doordat beide vloeistoffen een verschillende dichtheid hebben, gaat de ene vloeistof (met een kleinere dichtheid) op de andere drijven.
Slide 8 - Diapositive
Oplossing - Suspensie - Emulsies?
Emulsie
2
Suspensie
3
Oplossing
1
Slide 9 - Diapositive
Andere troebele mengsels
Rook (smog) = vaste stof in een gas
Schuim = gas in een vloeistof
Nevel = vloeistof in gas
Slide 10 - Diapositive
Zelf bestuderen:
Lezen H2.1
Dikgedrukte woorden
Mengsels van gassen
Mengsels van vaste stoffen
Slide 11 - Diapositive
Werken:
Maken:
Maken HAVO: 2 + 7 + 8 + 10(N) of 11 + 12
Maken VWO: 1 + 2 of 4 + 6 + 8(N) of 10(M) + 11
Leren:
Vetgedrukte woorden
Oplossing - Suspensie
Emulsie - Emulgator - Tweelagensysteem
timer
15:00
Slide 12 - Diapositive
Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 13 - Quiz
Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 14 - Quiz
Welk mengsel?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
Slide 15 - Quiz
Een suspensie is .....
A
Helder
B
Troebel
Slide 16 - Quiz
Een oplossing is ....
A
Helder
B
Troebel
Slide 17 - Quiz
Welke type mengsel(s) kan je scheiden m.b.v. bezinken/centrifugeren?
A
suspensie en emulsie
B
suspensie en oplossing
C
oplossing en emulsie
D
alleen suspensie
Slide 18 - Quiz
spa rood is een .....
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing
D
nevel
Slide 19 - Quiz
Een blijvende emulsie is een mengsel van..
A
Water en zout
B
water, olie en emulgator
C
Olie en bezine
D
water en olie
Slide 20 - Quiz
Wat voor soort mengsel is dit?
A
Oplossing
B
Zuivere stof
C
Suspensie
D
Emulsie
Slide 21 - Quiz
De benzine en het water zijn slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Dit noem je een tweelagensysteem. Waardoor Ontstaat een tweelagensysteem?
A
Door een verschil in deeltjesgrootte
B
Doordat de vaste deeltjes zinken
C
Door een verschil in dichtheid
D
Geen idee
Slide 22 - Quiz
Benzine en water zijn dus slecht te mengen, ze gaan steeds weer uit elkaar. Je moet een stof toevoegen om dit mengsel egaal te houden, hoe heet zo'n stof?
A
Katalysator
B
Emulgator
C
Centrifigator
D
Extractie middel
Slide 23 - Quiz
Noem een voorbeeld van een mengsel van een gas in een vloeistof.