H3 Ademhaling deel 1 2020

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Leerdoelen

• Je kunt de namen van de onderdelen van het ademhalingsstelsel noemen en bij afbeeldingen aanwijzen.
  
• Je kunt de functies en/of werking van de verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel beschrijven.
  
• Je kunt in je eigen woorden beschrijven hoe het ademhalingsstelsel ervoor zorgt dat de longen schoon blijven.
  
• Je kunt uitleggen wat diffusie en vitale capaciteit betekenen en deze begrippen toepassen in ademhalingssituaties.
  

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen waarom er zuurstof uit de lucht naar het bloed gaat en koolstofdioxide in omgekeerde richting.
  
• Je kunt uitleggen waarom neusademhaling gezonder is dan mondademhaling.
  
• Je kunt beschrijven hoe borstademhaling en buikademhaling werken en de processen die daarbij plaatsvinden in de juiste volgorde plaatsen.
  
• Je kunt de grootte van het longoppervlak berekenen.
• Je kunt onderzoeken en berekenen hoeveel zuurstof je inademt per minuut berekenen.

De weg van ingeademde O₂

1. Mond of neusholte 
   
2. Keelholte
   
3. Strottenhoofd
   
4. Luchtpijp
   
5. Bronchien
   
6. Bronchioli /luchtpijptakjes
   
7. Longblaasjes
   
8. Longhaarvat
   

Ademen door neus

Ademen door neus gezonder door:

• door neusharen grote stofdeeltjes eruit
• door bloedvaten lucht warm
• door slijm lucht vochtiger en kleine stofjes tegengehouden

• reukzintuig keurt de lucht (gevaar)

Keelholte

Kruispunt van de weg van de lucht en de weg van het voedsel

De huig sluit de neusholte af als je slikt

Het strotklepje sluit de luchtpijp af als je slikt

Strottenhoofd en luchtpijp

Strottenhoofd bevat de stembanden

Bij mannen groter dan bij vrouwen = 

grotere stembanden = langzamere trilling =

lagere stem.

De buitenkant van de luchtpijp bevat

kraakbeenringen.

luchtpijp

Bronchien

Bronchioli

Diffusie

Astma

longemfyseem/chronische bronchitis

longemfyseem->minder elastische longblaasjes

bronchitis ->ontsteking bronchiën. veel hoesten/slijm

samen ->COPD

COPD komt vaak door roken.

COPD

Instromende lucht in de longblaasjes...

1. Bevat weinig O2, bevat veel CO2
2. Bevat veel O2, bevat veel CO2
3. Bevat weinig O2 bevat veel CO2
4. Bevat veel O2, bevat weinig CO2

Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt...

1. Bevat weinig O2, bevat veel CO2
2. Bevat weinig O2, bevat weinig CO2
3. Bevat veel O2, bevat veel CO2
4. Bevat veel O2, bevat weinig CO2

1: Neusademhaling:
Meer kans op waarschuwing bij schadelijke gassen

2. Binnenstromende lucht blijft droog bij een
mondademhaling

1. beide waar
2. beide nietwaar
3. waar nietwaar
4. nietwaar waar

In welke stand staat de huig bij ademhalen?
En het strotklepje?

1. huig 1, strotklepje 1
2. huig 1, strotklepje 2
3. huig 2, strotklepje 1
4. huig 2, strotklepje 2

Magister

- Ga naar: Magister > Studiewijzers > Ons lichaam
- Kijk Hoofdstuk 2 na
- Download iBook + Werkboek (al gedaan)
- Lees je iBook H3
- Maak nu je huiswerk in je werkboek van hoofdstuk 3

opdracht 1 t/m 7.

Vraag 6e en f hoeft niet.

Maak een screenshot van blz 12 van je werkboek en upload hem hier.

Maak een screenshot van blz 13 van je werkboek en upload hem hier.

Maak een screenshot van blz 14 van je werkboek en upload hem hier.

Klaar !