Procenten, deel en percentage berekenen

Procenten en breuken
Doel van de les:
- Je kunt procenten en breuken aan elkaar koppelen.
- Je kunt een deel uitrekenen.
- Je kunt een percentage uitrekenen. 

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Procenten en breuken
Doel van de les:
- Je kunt procenten en breuken aan elkaar koppelen.
- Je kunt een deel uitrekenen.
- Je kunt een percentage uitrekenen. 

Slide 1 - Diapositive

Procenten en breuken 
koppelen. 

-> uit je hoofd kennen


Slide 2 - Diapositive

Er zijn 30 van de 120 knikkers zwart. Hoeveel % van de knikkers in de zak is zwart?

Slide 3 - Question ouverte

Een deel uitrekenen
-> Je gaat altijd terug naar handige getallen
Vaak terug naar 1% (:100)

Soms ook 10%, 5%, 20% (verdubbelen/halveren)
-> Mag met de rekenmachine


Slide 4 - Diapositive

In een flat wonen 350 gezinnen.
14% van de gezinnen heeft een hond.
Hoeveel gezinnen in de flat hebben een hond?

Slide 5 - Question ouverte

Percentage uitrekenen
-Je weet nu juist 2 getallen en moet een percentage uitrekenen 
- Ook nu weer terug naar 1%
 1%= een getal. Hoe vaak past dit in het getal wat je moet weten?


Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld:
112 van de 320 leerlingen op een school hebben een auto.

Hoeveel procent van de leerlingen heeft een auto? 
Welke som krijg je? Afronden op hele procenten.

Som = 112 : 320 = 0,35 x 100
Antwoord: 35%

Slide 7 - Diapositive

Reken uit...
Gregory heeft in december € 412,50 verdiend.
Hij koopt voor € 280,50 een spelcomputer. Hoeveel % van het geld geeft hij uit aan de spelcomputer?

Slide 8 - Diapositive

Percentage uitrekenen
€412,50 = 100 %, dus 1 % = 412,50 : 100 = 4,125

€280,50 is wat je betaalt en je wilt weten hoeveel procent dat is:
Bedrag wat je betaalt : bedrag 1 % = percentage
280,50 : 4,125 = 68%

Slide 9 - Diapositive

Reken uit...
Hoeveel kost het apparaat zonder korting? 

Slide 10 - Diapositive

Het totaal uitrekenen
- Je weet nu juist een deel, bijv. 74% en je moet nu het totaal weten = 100%
Voorbeeld: €333,- =74%
Ik ga eerst terug naar 1% (333:74=4,5)
€4,50=1%.
Dan naar 100%, dus x 100 =
4,5x100=450

Slide 11 - Diapositive

Sam koopt voor € 57 een broek met 24% korting.

Hoeveel kost de broek zonder korting?

Slide 12 - Question ouverte

3 soorten %-sommen
  1. 6% van 720.....
  2.  Hoeveel % is 391 van 894?
  3.  Van €85,-- naar €69,-- hoeveel % is de korting?

Slide 13 - Diapositive

1. 6% van €720

Stap 1: wat is 100%?
Stap 2: bereken 1%
Stap 3: bereken het aantal %.



Stap 1:  €720
Stap 2: €720 : 100 = €7,20
Stap 3: €7,2 x 6 = €43,20
Schrijf de som op je kladblaadje

Slide 14 - Diapositive

2. Hoeveel % is 391 van 894?
Voor deze som gebruik je de formule:

Deel : geheel x 100

391 : 894 x 100 = 

Schrijf de som op je kladblaadje

Slide 15 - Diapositive

3. Van €85,-- naar €69,-- hoeveel % is de korting?

Slide 16 - Diapositive

3. Van €85,-- naar €69,-- hoeveel % is de korting?
1. bereken eerst het verschil.  €85 - €69 = €16
2. deel : geheel x 100                  €16 : €85 x 100 = 18,8%
of in één berekening:
(nieuw - oud) : oud x 100
 (€69 - €85) : €85 x 100 = -18,8%
Schrijf de som op je kladblaadje

Slide 17 - Diapositive

Zijn er nog vragen? 

Slide 18 - Diapositive