Dinsdag 16/2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Telling time

Aan het einde van deze les kan je beter klokkijken in het Engels! 

OF

DUS NIET:

'How late is it?'

What's the time? Discuss with your neighbour!

It's 3 o'clock.

It's 1 o'clock.

It's 25 (minutes) past six.

It's 5 (minutes) past ten.

It's half past one. 

OR

It's 30 (minutes)  past one.

It's a quarter past two.

OR

It's 15 (minutes) past two.

It's a quarter to eight.

OR

It's 15 (minutes) to eight.

It's half past four.

OR

It's 30 (minutes) past four.

Hoe zeggen ze 'over' in het Engels?

Hoe zeggen ze 'voor' in het Engels?

1. It's two o'clock
2. It's two hour
3. A two o'clock
4. It's two 'oclock

What time is it?

1. Ten past half nine
2. Twenty past nine
3. Forty past nine
4. Twenty to nine

Hoe laat is het?
8:15

1. It's a quarter to eight.
2. It's a quarter past eight.
3. It's quarter to eight.
4. It's quarter past eight.

What time is it?

1. Half nine
2. Half to ten
3. Half ten
4. Half past nine

Hoe laat is het?
14:30

1. It's half past three
2. It's thirty-two
3. It's half past two
4. It's three thirty

Hoe zeg je:
Het is half twee

Hoe laat is het?
Het is tien voor vier.

7 

minutes past 4

half 

past
8

6 

minutes 

past 11

8 

minutes 

to 3

6

minutes to 8

Kijk naar de klok.
Hoe laat is het NU?
It's ...

A.M is tussen....

1. twaalf uur 's nachts en twaalf uur 's middags
2. twaalf uur 's middags en twaalf uur 's nachts

P.M. is tussen ....

1. twaalf uur 's nachts en twaalf uur 's middags
2. twaalf uur 's middags en twaalf uur 's nachts

Is er iets wat je nog niet goed begrijpt? Zo ja, wat dan?

https:

Bye Bye!