05.09.24 - Les 8

Goedemiddag heren
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Goedemiddag heren

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
  • Hoe gaat het met je vandaag?⌚5 Min.
  • Herhaling les 6 ⌚5 Min.
  • Smalltalk: Thema Technologie ⌚25 Min.
  • Thema: Voegwoorden ⌚15 Min.
  • Pauze ⌚10 Min.
  • Oefenen voegwoorden  ⌚20 Min.
  • Woordenschat: Beeldkaarten  ⌚15 Min.
  • Afronden ⌚5 Min.

Slide 2 - Diapositive

Hoe gaat het met je vandaag?

Slide 3 - Diapositive

Herhaling les 6
  • Wat is een zelfstandig naamwoord?
  • Geef enkele voorbeelden ervan
  • Wat zijn lidwoorden? Benoem ze allemaal.
  • Ken je de 75% regel nog?
  • Welk lidwoord hebben verkleinwoorden?
  • Welk lidwoord hebben vruchten?
  • Welk lidwoord hebben woorden met twee lettergrepen die beginnen met be-, ge-, ver- en ont.

Slide 4 - Diapositive

Smalltalk: Technologie

Slide 5 - Diapositive

Voegwoorden

Slide 6 - Diapositive

Voegwoorden
  • Het zijn verbindingswoorden (verbinden zinnen aan elkaar)
  • Geven samenhang aan jouw taal
  • Samenhang & structuur
  • Complexiteit en diepgang
  • Vloeiendheid & natuurlijkheid
  • Variatie in uitdrukking
  • Taalniveau & competentie
  • Zelfvertrouwen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Lien

Pauze (10 Min.)

Slide 10 - Diapositive

Tijd voor een oefening
  • Macht nun die Aufgaben 1A-1B-3A-4A
  •  Die erste 5 Min. seid ihr ruhig/leise
  • Danach dürft ihr ruhig zusammenarbeiten
  • In 15 Min. werden wir die Aufgaben 1B und 3A überprüfen
  • Seid ihr fertig? Dann bitte ruhig! 
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Oefening 1
Hier zijn zinnen voor waarbij het voegwoord ontbreekt. Vul het juiste voegwoord in.

1. Ik ga vroeg naar bed, _______ ik morgen vroeg op moet staan.
2. Het is heel koud buiten, _______ we gaan toch wandelen.
3. Zij leest een boek, _______ haar broer naar muziek luistert.
4. We kunnen naar het strand gaan, _______ het mooi weer is.
5. Het regent, _______ we blijven thuis.
6. Je moet je jas meenemen, _______ het kan gaan regenen.

Slide 12 - Diapositive

Oefening 2 (tijdsvoegwoorden)
Combineer de twee zinnen met tijdsvoegwoorden zoals wanneer, voordat, nadat, terwijl, of zodra.
1. Ik maak het ontbijt. Hij is aan het douchen.
3. Ze sluit de deur af. Ze verlaat het huis.
5. Hij gaat naar bed. Hij kijkt eerst nog een film.
7. We eten avondeten. De zon gaat onder.
De trein vertrekt. We stappen in.

Slide 13 - Diapositive

Oefening 3 
Schrijf een korte verhaal met de volgende voegwoorden:

- maar
- omdat
- dus
- als
- terwijl

Slide 14 - Diapositive

Woordenschat: Beeldkaarten

Slide 15 - Diapositive

Afronding
  • Wat zijn voegwoorden? 
  • Welke voordelen zijn er?
  • Blijf oefenen met voegwoorden!

Slide 16 - Diapositive

See you next week Thursday!

Slide 17 - Diapositive