1 H/T bespreken van formatieve toets van H5 lijnen en hoeken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

5. Lijnen en Hoeken

Welke lijn is evenwijdig aan lijn 1 

Welke lijnen staan loodrecht op 5

1

2

3

4

5

6

Een stompe hoek is kleiner dan een rechte hoek.

1. Waar.
2. Niet waar.

In een driehoek is de som van de hoeken altijd 180 graden.

1. Waar.
2. Niet waar.

Twee scherpe hoeken zijn samen altijd een stompe hoek.

1. Waar.
2. Niet waar.

Teken drie evenwijdige lijnen! Teken nu een lijn loodrecht op deze 3 lijnen en geef het rechthoek-symbool aan op de juiste posities.

Kan Amir de
fietser zien?

Waar moet Amir staan
om de fietser te zien?

Hoeveel graden maken de wijzers van de klok om 3 uur?

Schrijf de berekening op!

Teken:
- hoek A van 120 graden
- hoek B van 45 graden
- hoek C van 75 graden
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder.

a. Teken de punten A(1,1), B(4,3), C(4,0) in een assenstelsel.
b. Teken lijn K door punt A en punt B.
c. Teken lijn l loodrecht op lijn k door punt C.
d. Teken lijn m evenwijdig aan lijn l door punt B.
Upload een foto van je uitwerkingen hieronder.

Van driehoek PQR is PQ = 6 cm. Hoek P is 35 graden en hoek Q is 110 graden. Teken deze driehoek en bereken hoek R. Upload foto van je werk.

Dus belangrijke punten. 

Tekenen met potlood en recht lijnen teken je met geodriehoek of liniaal. 

Teken hoek A, hoek B en hoek C. Dan moet je elke hoek apart tekenen en moet je hoofdletter erbij zetten. 

Berken hoek R. Dan moet je berekening bij zetten, namelijk R= 180 - 110 - 35 = 35 graden (hoekensom driehoek)

Vergeet niet dat  Q= 110 graden is, dus het is een stompe hoek.