11.3 Zwangerschap (H2)

11.3 Zwangerschap
  • Herhaling 11.1 en 11.2
  • Uitleg 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

11.3 Zwangerschap
  • Herhaling 11.1 en 11.2
  • Uitleg 

Slide 1 - Diapositive

Welk hormoon doet wat bij de menstruatiecyclus?
Zorgt voor de ovulatie
Stimuleert rijping van follikel en aanmaken oestrogeen
Stimuleert dikker baarmoederslijmvlies en dat het blijft, maar remt de hypofyse
Hypofyse hormoon
Oestrogeen
Progesteron
Hypofyse hormoon

Slide 2 - Question de remorquage

Zet de onderdelen van de menstruatiecyclus in de juiste volgorde beginnend bij dag 1, sommige vakjes bevatten meerdere begrippen!
dag 1-5
dag 6-12
dag 13-15
dag 16-28
menstruatie
ovulatie
groei baarmoederslijmvlies
eicel rijping
groei baarmoederslijmvlies

Slide 3 - Question de remorquage

Dit hormoon wordt gemaakt door het embryo

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Fases zwangerschap
Embryonale fase
  • Eerste 12 weken
  • Het ongeboren kind heet een embryo
  • Alle organen en ledematen ontstaan
Foetale fase
  • Vanaf week 13
  • Ongeboren kind heet een foetus
  • Vooral groei

Slide 6 - Diapositive

Veranderingen tijdens de zwangerschap
  • Melkklieren groeien door progesteron
  • Extra vet rond de melkklieren
  • Organen in verdrukking

Slide 7 - Diapositive

Embryo/foetus in de baarmoeder
  • Zit in een vruchtzak met vruchtwater; bescherming
  • Zit met de navelstreng vast aan de placenta
  • Placenta bevat bloedvaten van moeder en kind; stofwisseling

Slide 8 - Diapositive

navelstreng

Slide 9 - Diapositive

Navelstrengader
Navelstrengslagaders
Via welke ader(s) worden de volgende stoffen getransporteerd?
Zuurstof
Voedingsstoffen
Afvalstoffen

Slide 10 - Question de remorquage

Hoe groeit een kind in de baarmoeder?
Navelstreng
  • 2 navelstrengslagaders
  • 1 navelstrengader.
 
  • Via de 2 navelstrengslagaders gaan CO2 en andere afvalstoffen terug naar het bloed van de moeder.
  • Via de navelstrengader krijgt het kind zuurstof en voedingsstoffen van de moeder.

Slide 11 - Diapositive

Welke (slag)ader vervoert wat in de navelstreng?

1
2
A zit vast aan de foutus
B is richting de placenta
zuurstof
koolstofdioxide
voedingsstoffen
afvalstoffen

Slide 12 - Question de remorquage

Beschermt de baby tegen harde geluiden en stoten.
Een baby van 6 weken oud in de baarmoeder.
Een baby van 18 weken oud in de baarmoeder.
Een stevig koord waarin bloedvaten lopen van en naar de navel van de baby.
Hier vindt de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen plaats.
Houdt de baby en de vloeistoffen bij elkaar.
Tijdens de zwangerschap groeit niet alleen de baby in de baarmoeder, er ontstaan ook andere delen.
Zoek bij elke omschrijving het juiste deel.
foetus
navelstreng
vruchtwater
placenta
vruchtvliezen
embryo

Slide 13 - Question de remorquage

Zet de namen achter de juiste lijn.
Placenta
Foetus
Vruchtvliezen
Vruchtwater
Navelstreng

Slide 14 - Question de remorquage

Schadelijke stoffen
  • Nicotine
  • Alcohol (Foetaal Alcohol Syndroom)
  • Drugs
  • Virus dat rode hond veroorzaakt

Miskraam
  • 1 op de 10 zwangerschappen

Slide 15 - Diapositive

Indalen
  • Hoofdje komt tegen de baarmoedermond te liggen
  • Buik vrouw komt lager te zitten

Slide 16 - Diapositive

Bevalling
  • Baarmoedermond gaat open staan, vruchtvliezen breken
  • Persweeën duwen de baby naar buiten
  • Placenta, vruchtvliezen en resten navelstreng worden naar buiten geduwd 

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

  • Normale liggen, hoofdje naar beneden
  • Billetjes naar beneden
  • Rug naar beneden
Gevolg:
  • Keizersnede

Slide 19 - Diapositive

Tweelingen
Eeneiige tweeling
  • 1 eicel
  • 1 zaadcel
  • 1 bevruchting
  • Hetzelfde geslacht en uiterlijk
Twee-eiige tweeling
  • 2 eicellen
  • 2 zaadcellen
  • 2 keer bevruchting
  • Zien er anders uit/ kan ander geslacht hebben

Slide 20 - Diapositive

Twee-eiige tweeling
Eeneiige tweeling
Hetzelfde DNA
tweeling is een jongetje en een meisje 
Een eicel is bevrucht door twee zaadcellen
1 keer bevruchting
2 keer bevruchting

Slide 21 - Question de remorquage

Normale ligging
Stuitligging
Dwarsligging

Slide 22 - Question de remorquage

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 23 - Question de remorquage

Wat gebeurt er tijdens iedere stap van de bevalling?
De baarmoedermond gaat open.
De baby wordt door weeën naar buiten geduwd. 
De placenta wordt met vruchtvliezen en de navelstreng naar buiten geduwd. 
uitdrijving
nageboorte
ontsluiting

Slide 24 - Question de remorquage

Aan de slag
  • Opdracht 2, 5, 7, 8, 10, 11, 12, 15, 16, 18 t/m 22 maken en nakijken

Slide 25 - Diapositive