Christelijke feestdagen

Christelijke feestdagen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Christelijke feestdagen

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 5: Wat wordt er gevierd en op welke datum?

Kerst
Goede vrijdag
Pasen
Hemelvaart
Pinksteren

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Geboorte van Jezus

Kruisiging van Jezus
De dag dat Jezus is opgestaan uit de dood
Jezus wordt opgenomen in de hemel
Heilige Geest wordt uitgestort
Kerst
Goede Vrijdag
Pasen
Hemelvaart
Pinksteren

Slide 4 - Question de remorquage

Op welke dag wordt kerst gevierd?

Slide 5 - Question ouverte

Onderzoekje
De datum van kerst staat vast, 25 december.
Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren vieren we elk jaar op een andere datum. Hoe kan dat??

Onderzoeksvraag: waarom worden deze feestdagen steeds op andere dagen gevierd?

Zoek het antwoord op via Google en omschrijf het zo meteen in je eigen woorden. (5 minuten)

Slide 6 - Diapositive

Pasen
Eerste zondag na de eerste volle maan na 21 maart (begin van de lente)
Jezus stierf tijdens het joodse paasfeest, Pesach. De joodse kalender is een maankalender, elke maand heeft 29 of 30 dagen en elk jaar valt Pesach op dezelfde datum. Pesach is de belangrijkste feestdag van de joden waarbij ze de uittocht uit Egypte vieren (bevrijding van de slavernij).

 Het christelijke paasfeest is dus van het joodse afgeleid, maar in de kerk is er lang gediscussieerd over de datum waarop Pasen moet vallen. 

Nu valt Pasen samen met het begin van de lente. Het wordt gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan na 21 maart. Het lentefeest werd al ver voor het joodse en christelijke paasfeest gevierd. Tradities zoals het eten van eieren, de paashaas, paasvuur, het versieren van paastakken hebben een heidense oorsprong. 

Goede Vrijdag, Hemelvaart en Pinksteren hangen af van de datum waarop Pasen wordt gevierd.
Goede vrijdag - de vrijdag voor Pasen
Hemelvaart - 40 dagen na Pasen
Pinksteren - 50 dagen na Pasen


Slide 7 - Diapositive

Pasen
Eerste zondag na de eerste volle maan na 21 maart (begin van de lente)
1. Voorchristelijk:​
Lente, nieuw leven​
Versiering met takjes, bloemen​
Eieren, paashaas​
Paasvuur​

2. Joodse laag:​
Pesach​
God gaf het Joodse volk een nieuw leven door bevrijding uit Egypte​

3. Christelijke laag:​
Opstanding van Jezus​
Nieuw leven​

Slide 8 - Diapositive

Op welke dag vieren we dit jaar Pasen?

Slide 9 - Question ouverte

Wanneer vieren we dit jaar Goede Vrijdag?

Slide 10 - Question ouverte

Wanneer vieren we dit jaar Hemelvaart?

Slide 11 - Question ouverte

Wanneer vieren we dit jaar Pinksteren?

Slide 12 - Question ouverte

Lesdoelen:
1. Je kent de betekenis van belangrijke christelijke feestdagen
2. Je weet wanneer en we die feesten vieren
3. Je kan voorchristelijke feestdagen aan het paasfeest koppelen

Slide 13 - Diapositive

Ik heb de lesdoelen behaald!
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Afsluiting van hoofdstuk 1
  • Dit hoofdstuk sluiten we af met een verslag. 
  • Je maakt het verslag in PowerPoint en levert hem in op Som.
  • Dit verslag wordt beoordeeld met een o/v/g.

Slide 15 - Diapositive

Uitleg opdracht

  • Maak in PowerPoint een diapresentatie over één van de vijf wereldreligies. Je mag dus zelf kiezen uit: jodendom, christendom, islam, hindoeïsme of boeddhisme
  • Informatie voor deze opdracht haal je uit het boek, uit de PowerPoints op Teams of van het internet
  • De opdracht maak je alleen
  • Je mag er vandaag en volgende week nog in de les aan werken, ben je dan nog niet klaar dan is het huiswerk. Je levert het uiterlijk 19 maart in op SOM
  • Deze opdracht zelf kan je ook vinden op SOM




Slide 16 - Diapositive

Inhoud verslag
1. Introductie van je gekozen religie + motivatie. (Vertel iets over de gekozen religie en waarom je juist voor deze religie hebt gekozen)
2. Symbolen (Welk symbool wordt er in deze religie gebruikt? Noem er één. Hoe heet het symbool? Wat is de betekenis van dit symbool?)
3. Gebouwen (Vertel iets over het gebedshuis van de religie. Hoe heet het? Hoe ziet het gebouw er van buiten uit? En van de binnenkant? Wanneer komen de gelovigen daar? Wie is de religieus leider en wat doet hij bij een bijeenkomst?)
4. Heilige boeken (Vertel iets over het heilige boek van de religie. Hoe heet het? Wanneer is het geschreven? In welke taal is het geschreven?)
5. Feesten en rituelen (Wat is een belangrijk feest of ritueel? Bespreek er één die niet in het boek staat. Wat wordt er gevierd, hoe viert men het feest en wanneer? Wanneer, hoe en waarom wordt het ritueel uitgevoerd?)
6. Conclusie. Is jouw beeld van deze religie veranderd? Waarom wel /waarom niet? Past deze religie bij jouw eigen levensbeschouwing? Waarom wel/ waarom niet?

  • Zorg voor passende afbeeldingen bij de hoofdstukken 

Slide 17 - Diapositive

Heb je nog vragen over deze opdracht? Vul hem hier in dan bespreken we ze klassikaal.

Slide 18 - Question ouverte

Bekijk de PowerPoints van voorgaande lessen nog eens om te bepalen over welke religie jij wil schrijven...




Fijn weekend alvast en tot volgende week!

Slide 19 - Diapositive