A1b Online les 15-1 - grammatica woordsoorten (pers.+bez.vnw, H3)

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
Al gedaan: werkwoorden (zww, hww, kww) +
 concrete + abstracte zelfstandig naamwoorden +
bepaald en onbepaald lidwoord + bn

Deze les:
... persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Hoofdstuk 3, blz. 90-91

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

GRAMMATICA WOORDSOORTEN
Al gedaan: werkwoorden (zww, hww, kww) +
 concrete + abstracte zelfstandig naamwoorden +
bepaald en onbepaald lidwoord + bn

Deze les:
... persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Hoofdstuk 3, blz. 90-91

Slide 1 - Diapositive

Persoonlijk + bezittelijk vnw
Een persoonlijk vnw verwijst altijd naar een persoon (of ding). 
Je kunt het dus vervangen door een zelfstandig naamwoord/ eigennaam. 

Een bezittelijk vnw verwijst óók naar een persoon of ding.
Vervangen kan ook:
Zijn fiets --> Piets fiets = Piet zijns fiets

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Versie A

Hij zit bij de kapper. Knip, knap, zegt de schaar.
En hij zegt: ‘Au!’
‘Ik doe je geen pijn,’ zegt hij. ‘Ben je nou
een grote jongen? Je huilt al voor je geslagen
wordt.’
Knip, knap, doet de schaar. En hij vindt het zo
akelig. Zo akelig. ‘Au!’ roept hij telkens.
‘Nog een klein stukje,’ zegt hij.
Maar hij roept nog eens: ‘Au!’ Hij springt op en
met zijn witte kappersmanteltje om rent hij de
winkel uit.
‘Ho ho!’ roept hij. ‘Je bent nog niet klaar!
Nog eventjes!’
Maar hij wil niet meer. Hij loopt heel hard. En
hij loopt heel hard achter hem aan. Maar
hij rent het hardste. Hij is al bijna thuis en hij
haalt zijn schouders op en gaat weer terug.

Versie B

Jip zit bij de kapper. Knip, knap, zegt de schaar.
En Jip zegt: ‘Au!’
‘Ik doe Jip geen pijn,’ zegt de kapper. ‘Is Jip nou
een grote jongen? Jip huilt al voor Jip geslagen
wordt.’
Knip, knap, doet de schaar. En Jip vindt het zo
akelig. Zo akelig. ‘Au!’ roept Jip telkens.
‘Nog een klein stukje,’ zegt de kapper.
Maar Jip roept nog eens: ‘Au!’ Jip springt op en
met Jips witte kappersmanteltje om rent Jip de
winkel uit.
‘Ho ho!’ roept de kapper. ‘Jip is nog niet klaar!
Nog eventjes!’
Maar Jip wil niet meer. Jip loopt heel hard. En
de kapper loopt heel hard achter Jip aan. Maar
Jip rent het hardste. Jip is al bijna thuis en de kapper
haalt de kappers schouders op en gaat weer terug.

Slide 4 - Diapositive

Wat is het probleem van versie A?
A
Het is onduidelijk over wie het gaat
B
Het leest niet prettig
C
Het is een beetje kinderachtig

Slide 5 - Quiz

Waarom gebruiken we pers en bez vnw?
Het maakt praten/ schrijven makkelijker (wij zijn slim)
We hoeven niet de hele tijd de persoon/ het ding te noemen.

In een verhaal --> afwisseling:
  • Leest prettig
  • Je moet wel weten over wie/wat het gaat

Slide 6 - Diapositive

Samen oefenen
We maken twee vragen van  opd. 1 (blz. 90) hier in LessonUp.

Slide 7 - Diapositive

1. Vertel me eens op welke camping jullie je vakantie hebben doorgebracht.
A
me = pers.vnw
B
me = bez. vnw

Slide 8 - Quiz

1. Vertel me eens op welke camping jullie je vakantie hebben doorgebracht.
A
jullie = pers.vnw je = pers.vnw
B
jullie = bez. vnw je = pers.vnw
C
jullie = pers.vnw je = bez.vnw
D
jullie = bez.vnw je = bez. vnw

Slide 9 - Quiz

2. Op mijn school maakt iedereen een creatieve opdracht voor zijn leukste vak.
A
mijn = pers.vnw zijn = pers.vnw
B
mijn = bez. vnw zijn = pers.vnw
C
mijn = pers.vnw zijn = bez.vnw
D
mijn = bez.vnw zijn = bez. vnw

Slide 10 - Quiz

Zelf aan de slag
Maak opd. 1 verder af
Maak ook opd. 3 en 4
Werk in je schrift
Volgende week: nakijken!

Slide 11 - Diapositive