Les 7: Woordraadstrategieën NT2

Les 7: woordraadstrategieën
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 7: woordraadstrategieën

Slide 1 - Diapositive

Doelen van de les
  • Aan het einde van de les weet je wat een woordraadstrategie is 
  • En hoe je de juiste schrijfwijze van werkwoorden kunt vinden. 
  • Ook heb je een woorddossier gemaakt en daarin de geleerde woorden op de goede manier opgeslagen.

Slide 2 - Diapositive

Opbouw van de les
  • Startopdracht
  • Een tekst begrijpen met hulp van een woordraadstrategie. 
  • Lesopdracht: een woorddossier maken en moeilijke woorden uit een tekst in je woorddossier schrijven. 
  • Feedback (wat ging goed, wat kan beter, heb je iets geleerd?)  


Slide 3 - Diapositive

Startopdracht
  • Maak tweetallen 
  • Lees de tekst
  • Welke woorden missen?

Een derde van de volwassen Nederlanders heeft wel eens _______(1)_______. Vrouwen hebben twee keer zo vaak last van _____(2)___________ als mannen. Ook komen deze ________(3)__________ vaker voor op latere leeftijd.

Slide 4 - Diapositive

Startopdracht


Een derde van de volwassen Nederlanders heeft wel eens __slaapproblemen__. Vrouwen hebben twee keer zo vaak last van __slapeloosheid__ als mannen. Ook komen deze __slaapproblemen__ vaker voor op latere leeftijd.

Slide 5 - Diapositive

Uitleg
Om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet je tussen de 95 en 98 procent van de gebruikte woorden kennen. 

Ken je 'maar' 90 procent van de woorden, dan wordt het al lastig om de tekst te begrijpen: 
Je begrijpt een op de tien woorden niet. 

Slide 6 - Diapositive

Wat is een 'meeuw'?

Gebruik TAALHULP 23 – de woordraadstrategie

Slide 7 - Question ouverte

Wat is 'kruipen'?

Gebruik TAALHULP 23 – de woordraadstrategie

Slide 8 - Question ouverte

Wat doe je als je de verleden tijd van het werkwoord ‘vliegen’ wilt weten? 

Gisteren ………. mijn vriend vanuit Schiphol naar zijn geboorteland. 
timer
1:00
A
vliegte
B
vloog
C
vliegde
D
vloogde

Slide 9 - Quiz

Lesopdracht


  • Kies een tekst op jouw niveau of iets moeilijker. 
  • Zet 'TAALHULP 23 – het woorddossier’ in de map.  
  • Maak een map ‘woorddossier’ op je laptop of in OneDrive. 
  • Lees de tekst en onderstreep de woorden die je niet kent.  
  • Schrijf elk onderstreept woord in je woorddossier met daaronder de betekenis en de strategie die je hebt gebruikt.  






Slide 10 - Diapositive

Lesopdracht

Woorddossier 

Woord:  
Betekenis: 
Woordraadstrategie:   







Slide 11 - Diapositive

Evaluatie
Noem een woord dat jij vandaag geleerd hebt. 
Komen we een volgende les op terug. :)

Slide 12 - Diapositive