Geheugentrainer - Balansposten

Balansposten
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Balansposten

Slide 1 - Diapositive


Debetzijde balans


Creditzijde balans

Gebouw
Debiteuren
nog te betalen huur
Schulden
Inventaris
Crediteuren
Kasgeld
Eigen vermogen
Hypotheek lening
Vooruitbetaalde bedragen

Slide 2 - Question de remorquage

Gebouwen
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen

Slide 3 - Quiz

Goodwill
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 4 - Quiz

Inventaris
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen

Slide 5 - Quiz

Effecten
A
liquide middelen
B
vlottende activa
C
financiële activa
D
kan bij alle 3 horen

Slide 6 - Quiz

Rabobank
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquide middelen

Slide 7 - Quiz

Vooruitbetaalde bedragen
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 8 - Quiz

Deelnemingen
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 9 - Quiz

Concessies
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 10 - Quiz

Te vorderen Btw
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 11 - Quiz

Debiteuren
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 12 - Quiz

Voorraad
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 13 - Quiz

Geplaatst aandelenkapitaal
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 14 - Quiz

Winstreserve
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 15 - Quiz

Winstsaldo
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 16 - Quiz

Herwaarderingsreserve
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 17 - Quiz

Onderhoudsvoorziening
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen

Slide 18 - Quiz

Pensioenvoorziening
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen

Slide 19 - Quiz

Leningen aan groepsmaatschappijen
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 20 - Quiz

Hypothecaire lening
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 21 - Quiz

Hypotheek af te lossen binnen 1 jaar
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 22 - Quiz

Te betalen vennootschapsbelasting
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 23 - Quiz

Te betalen Btw
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 24 - Quiz

Crediteuren
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 25 - Quiz

Geplaatst aandelenkapitaal
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 26 - Quiz

Deel van het winstsaldo wat toegevoegd gaat worden aan winstreserve
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 27 - Quiz

Deel van het winstsaldo wat uitgekeerd gaat worden als dividend
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 28 - Quiz

Deel van het winstsaldo wat uitgekeerd gaat worden als tantièmes
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 29 - Quiz

Vooruitontvangen bedragen
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 30 - Quiz

Aandelen in portefeuille
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 31 - Quiz

Maatschappelijk aandelenkapitaal
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee

Slide 32 - Quiz

Vorderingen op groepsmaatschappijen
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten

Slide 33 - Quiz

Effecten
A
Vaste activa
B
Vlottende activa
C
Liquiditeiten
D
Dat hangt er vanaf

Slide 34 - Quiz

Welke past hier niet tussen
A
bedrijfspand
B
computers
C
kassa
D
voorraad

Slide 35 - Quiz

Welke past hier niet tussen
A
bureaustoel
B
computer
C
kassa
D
kas

Slide 36 - Quiz