4D Ecologie BS2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Thema 2: Ecologie

Basisstof 2

Wat gaan we doen?

Bespreken opdracht 6 (blz 93/94) 

Uitleg thema 2 BS2

Opdrachten maken 

Bespreken opdracht 6 

(blz 93/94) 

Basisstof 2: Voedselrelaties

Docent geeft uitleg m.b.v. whiteboard 

Leerdoelen

Je kunt benoemen wat producenten, consumenten en reducenten zijn

Je kunt een voedselketen maken

Je kunt uitleggen wat planteneters, vleeseters en alleseters zijn en waar zij in een voedselketen zitten

Producenten

Zijn altijd planten

Waarom producenten? Planten maken hun eigen voedsel en hoeven dus niet te eten

Consumenten

Dieren zijn consumenten

Ze moeten eten om aan hun energierijke stoffen te komen
Ze kunnen die niet zelf maken

Reducenten

De schimmels en bacterien

Zij ruimen dode planten en dieren resten op

Ze breken deze af; een ander woord voor afbreken is reduceren

Voedselketen

Pijltje staat voor: Wordt gegeten door

Voedselweb = meerdere voedselketens door elkaar

Schakels

Planteneters: Eten alleen planten (1e schakel)

Vleeseters: Eten alleen vlees (2e schakel enz.)

Alleseters: Eten planten en vlees (wisselen van schakel)

Hoe heet een groep individuen van 1 soort ?

1. Individu
2. Populatie
3. Levensgemeenschap
4. Ecosysteem

Hoe heet de relatie tussen populaties van verschillende soorten ?

1. Individu
2. Populatie
3. Levensgemeenschap
4. Ecosysteem

Temperatuur

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Waterplanten

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Soortgenoten

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Wind

1. Biotische factor
2. Abiotische factor

Welke organismen vormen altijd de eerste schakel van een voedselketen?

1. Alleseters
2. Planten
3. Planteneters
4. Vleeseters

Hoe worden de organismen met bladgroen in een voedselweb genoemd?

1. consumenten
2. reducenten
3. producenten

Bacteriën zijn:....

1. reducenten
2. afvaleters

Duizendpoten zijn:........

1. reducenten
2. afvaleters

Een juiste voedselketen is:

1. konijn-> havik-> vos
2. muis->slang-> uil
3. gras->konijn-> havik-> vos
4. uil->slang->muis->gras

Aan de slag!

Maak: Opdracht 7, 8, 9, 10, 11 en 13

Waar te vinden? Vanaf bladzijde 95

Hoe? Eerste 10 minuten alleen in stilte, hierna fluisterend overleg in 2-tal

Klaar? Nakijken + verbeteren basisstof 1 en 2 via magister.
Hierna? Test jezelfs op het digitaal lesmateriaal maken.

Biotisch

Abiotisch

sleep de factoren naar het juiste vak 

Roofdier

Zon

Regen 

Lucht

Wind

Temperatuur

Bodem

Water

Soortgenoten

Voedsel

Ziekteverwekkers 

wat voor ecologisch niveau is dit?

1. Individu
2. Populatie
3. Ecosysteem
4. Levensgemeenschap

Zet ecologische niveaus in de juiste volgorde van klein naar groot:

levensgemeenschap, individu, ecosysteem, populatie.

Terugblik

• Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden
  
• Je kunt de niveaus van ecologie beschrijven