Nieuw Nederlands - Cursus 7 - Paragraaf 6

Doel van vandaag


- Ik herhaal het schrijven van samenstellingen met tussen-n en de tussen-s
- Aan het eind van de les weet ik welke woorden je aaneengeschreven of los moet schrijven.

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Doel van vandaag


- Ik herhaal het schrijven van samenstellingen met tussen-n en de tussen-s
- Aan het eind van de les weet ik welke woorden je aaneengeschreven of los moet schrijven.

Slide 1 - Diapositive

Herhaling van de vorige les:
Je schrijft een tussen-n wanneer...
A
het linkerdeel van het woord eindigt op -en
B
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is
C
het linkerdeel van het woord een zelfstandig naamwoord is en eindigt op -en
D
Geen van bovenstaande antwoorden is goed

Slide 2 - Quiz

Wat is de eerste stap die je moet zetten om te zien of het woord geschreven moet worden met een tussen-n
A
Je splitst het woord op.
B
Je kijkt of het een meervoud heeft op -en.
C
Je kijkt of er bijzonderheden zijn.
D
Je kijkt of het eerste woord een zelfst nw. is.

Slide 3 - Quiz

Hoe schrijf je dit woord
A
Zonnebril
B
Zonnenbril

Slide 4 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 5 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 6 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 7 - Quiz

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Het eerste woord heeft 2 meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 8 - Quiz

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Dit woord heeft twee meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Aan elkaar of los?
twaalf duizend
A
aan elkaar
B
los

Slide 11 - Quiz

Aan elkaar of los?
drie miljard
A
aan elkaar
B
los

Slide 12 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
lange termijn planning
B
langetermijnplanning
C
lange termijnplanning
D
langetermijn planning

Slide 13 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
adembenemende voorstelling
B
adembenemendevoorsteling
C
adem benemende voorstelling
D
adem benemendevoorstelling

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Bladzijde 24 bestuderen (doen we samen)
Bladzijde 25 maken

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

geef aan goed of fout
flex-mederwerkers
A
goed
B
fout

Slide 17 - Quiz

Geef aan goed of fout:
Koffie-automaat
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

Geef aan goed of fout:
Politieoptreden
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Geef aan goed of fout:
Garage-eigenaar
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz