H4 Woordsoorten instructie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

H4 taalverzorging

Woordsoorten

Welke woordsoorten ken je?

Werkwoord

• zegt wat iets of iemand doet of overkomt
• kan in verschillende vormen voorkomen 

Lidwoord

• de, het, een
• hoort bij een zelfstandig naamwoord 

Zelfstandig naamwoord

• woord voor een mens, dier, plant of ding
• kun je vaak in het meervoud zetten
• kun je vaak een verkleinwoord van maken
• kun je vaak een lidwoord voor zetten
• een naam is ook een zelfstandig naamwoord: Amsterdam, Peter...... 

Bijvoeglijk naamwoord

• vertelt iets over het zelfstandig naamwoord
• kan voor èn achter een zelfstandig naamwoord staan
• stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden, zeggen waarvan iets gemaakt is. De zilveren ring. De houten stoel. 

Voorzetsel

• kort woord dat vaak een tijd of plaats aangeeft: in, op, na, tijdens, door 

Wereldwijd is vervuiling door plastic afval nog steeds een enorm probleem.

plastic en enorm zijn:

1. lidwoorden
2. zelfstandig naamwoorden
3. bijvoeglijk naamwoorden
4. werkwoorden

Wereldwijd is vervuiling door plastic afval nog steeds een enorm probleem.

Een is een:

1. lidwoorden
2. zelfstandig naamwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Wereldwijd is vervuiling door plastic afval nog steeds een enorm probleem.

afval en probleem zijn:

1. lidwoorden
2. zelfstandig naamwoorden
3. bijvoeglijke naamwoorden
4. werkwoorden

Wereldwijd is vervuiling door plastic afval nog steeds een enorm probleem.

Wat is in deze zin een werkwoord?

1. is
2. door
3. steeds

Om jongeren warm te maken voor recycling begon Jonathan Morrison het bedrijf Wasteboards.

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in deze zin?

Wastboards laat zien dat je van afval coole producten kunt maken.

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Ze smelten doppen van flessen frisdrank of melkpakken en maken er dan skateboards van.

van is een:

Rotterdam, koala, IJssel, boek, insect, Noordzee, McDonalds

Dit zijn:

1. voorzetsels
2. werkwoorden
3. zelfstandig naamwoorden
4. bijvoeglijke naamwoorden

op, over, in, tijdens, door, na, voor, tussen

Dit zijn:

1. lidwoorden
2. voorzetsels
3. zelfstandig naamwoorden
4. werkwoorden

de, het, een

Dit zijn:

1. voorzetsels
2. werkwoorden
3. bijvoeglijke naamwoorden
4. lidwoorden

Werkwoord

Lidwoord

Zelfstandig naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Voorzetsel

over

Aldi

afkeuren

het

middag

mooie

tijdens

bewegen

bn-zn-ww-lw-zn-ww

vz-lw-zn-ww-bn-zn

vz-lw-zn-ww-zn-bn

ww-lw-zn-vz-zn-ww

ww-zn-lw-zn-vz-zn

Uit de speaker klonk harde muziek.

Regels Sanne een cadeau voor Mel?

Door de zon worden mensen vrolijk.

Wordt de uitslag op vrijdag bekend gemaakt?

Zware vrachtwagens moeten de omleiding volgen.

Eind