Lesson 1, period 1

1 / 19

Slide 1: Diapositive

EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Today's programme

- voorstelrondje
- wat gaan we deze periode/dit jaar doen?
- het Engelse examen
- lets play a (food) game!
- present continuous/ word exercise

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wendy Kerdijk
Wednesday (HHW) & Thursday (PUR) w.m.kerdijk@horizoncollege.nl

Slide 4 - Diapositive

Your turn!

Schrijf nu 3 zinnen op over jezelf in het Engels, dus bijvoorbeeld iets over je hobby's , woonplaats, vakantie, favoriete eten, werk etc.

Zorg ervoor dat 1 zin niet waar is.

Als je klaar bent ga je in je tweetal de zinnen bespreken, raad welke zin er niet waar is van je klasgenoot.

Over tien minuten gaan we het kort bespreken, succes!

Slide 5 - Diapositive

Wat heb je nodig voor Engels?

- schrift/notitieblok voor antwoorden en aantekeningen

-laptop

- pen/potlood

- enthousiasme en doorzettingsvermogen :)

Slide 6 - Diapositive

Wat gaan we deze periode/dit jaar doen?

Slide 7 - Diapositive

periode 5

periode 6

- oefenen met spreekvaardigheid en luistervaardigheid, uitbreiden van de woordenschat.

- oefenen met present simple en continuous

- periodetoets via Teams voor studiepunt

- periodetoets via Teams voor studiepunt

- Examen Gesprekken A1

Slide 8 - Diapositive

Engels examen Gesprekken A1

- gesprek voeren met examinator

kan vragen stellen en beantwoorden over zichzelf en dagelijkse routines, met behulp van korte standaarduitdrukkingen (ERK)

- 3 minuten
- voorbereiden met woordenboek
- steekwoorden mee ( 2 per punt)

Slide 9 - Diapositive

Waar word je op beoordeeld?

samenhang

bereik en beheersing van de woordenschat

interactie en interactiestrategieen

grammaticale correctheid

vloeiendheid

uitspraak

afstemming taal op doel en gesprekspartner

Slide 10 - Diapositive

Lets play a (food) game!

Slide 11 - Diapositive

ananas pineapple
suikerspin cotton candy
citroen lemon
banaan banana
frietjes fries
ijshoorn ice cream
kersen cherries
krokodil snoep crocodile candy
sinaasappelsap orange juice
gebakken eieren fried eggs
bosbes blueberries
kom ontbijtgranen bowl of cereals
aardbei snoep strawberry candy
karamel-appel caramelized apple
aardbeientaart strawberry pie

Slide 12 - Diapositive

Wat weet jij over de present continuous?

Slide 13 - Question ouverte

Introductie

De present continuous is een speciale vorm van de tegenwoordige tijd. Het is de ‘duurvorm’ van de tegenwoordige tijd.

Je gebruikt deze vorm om te zeggen wat er op dit moment aan de gang is of wat iemand nu aan het doen is.

Bijvoorbeeld:

Look! It is snowing outside.

They are watching video clips.

Slide 14 - Diapositive

Hoe maak je de present continuous?

De present continuous maak je met een vorm van to be gevolgd door een werkwoord met de uitgang -ing.

Bevestigend Ontkennend

I am I am not

You are You are not

He is / She is / It is watching a film He is not / She is not / It is not watching a film

We are We are

You are You are not

They are They are not

Slide 15 - Diapositive

Exercise 1

1. I_____________________(wait) for the bus. What_______you_________(do)?

2. No, she_______________________(not work). She____________(write) a report.

3. My brother______________________(eat) a sandwhich right now.

4. I_________________(drink) green tea.

5. The dokter____________________(speak) to a patient.

Slide 16 - Diapositive

Exercise 2 What are they doing?

Slide 17 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd? En welke tip zou je mij willen geven?

Slide 18 - Carte mentale

Slide 19 - Diapositive